Brief van de prelaat (mei 2012)

In de maand mei spreekt de prelaat van het Opus Dei vooral over de voortdurende aanwezigheid van Onze Lieve Vrouw op de weg van de Kerk en van elke christen.

Geliefden; moge Jezus mijn dochters en zonen bewaren!

De komst van de meimaand brengt voor ons altijd een bijzondere blijdschap met zich mee. Naast de vreugde van Pasen beginnen er in een groot aantal landen een paar weken die in het bijzonder aan de Maagd Maria zijn toegewijd. En natuurlijk is er voor kinderen veel reden tot blijdschap als zij de aanwezigheid van hun moeder op een bijzondere manier en van heel dichtbij ervaren. Dat is toch vanzelfsprekend? Een kerkelijk schrijver zei eeuwen geleden dat de Maagd Maria bij haar bezoek aan de heilige Elisabeth «met haar woorden (...) als vanuit een bron een rivier van goddelijke gaven voor haar nicht liet opwellen. Waar de vol van genade komt, wordt alles daadwerkelijk vol vreugde». [1]

Vandaag zou ik opnieuw met jullie willen stilstaan bij enkele motieven tot blijdschap en dankbaarheid die deze vijfde maand van het jaar ons brengt. Al de eerste dag, het feest van sint Jozef, arbeider, is een moment van echte gaudium voor vrouwen en mannen die, zoals wij, de persoonlijke heiligheid nastreven en apostolisch actief zijn in hun beroepswerk en in hun dagelijkse bezigheden. Ik herinner me hoe blij onze Vader was toen men dit feest in de liturgie opnam, want – zoals hij in een van zijn homilieën zei – dit feest is een erkenning van de goddelijke waarde van de arbeid en laat zien hoe de Kerk in haar gemeenschappelijke en openbare leven de centrale waarheden van het evangelie weerspiegelt die God speciaal in onze tijd onder de aandacht wil brengen . [2]

Het feest van sint Jozef, arbeider, nodigt ons uit om de transcendente waarde niet te vergeten van een respectabel beroep dat goed gedaan wordt, zoals de heilige patriarch dat gedurende vele jaren uitoefende. Een noodzakelijke voorwaarde is dat het met bovennatuurlijke en menselijke perfectie gedaan moet worden, dat wil zeggen met de wens om God eer te geven en de naaste te dienen, onafhankelijk van de sociale status die men iemand toekent.

Hoe vaak heb ik de heilige Jozefmaria niet horen zeggen dat de goddelijke waarde van het menselijk werk afhangt van de liefde tot God waarmee het gedaan wordt, van de geest van dienen waarmee men het begint en eindigt!

Ik benut deze brief om jullie gebed te vragen voor de 35 diakens van de prelatuur die ik over vier dagen tot priester zal wijden. Jaren hiervoor probeerde ieder van deze mannen zich te heiligen en zich apostolisch te bewegen in de kring van zijn beroep. Voortaan zal het werk als priester – om het zo uit te drukken – voor hen veranderen in hun beroep, waaraan ze alle uren van de dag zullen besteden met de immense blijdschap zich instrumenten van de Heer te weten bij de verlossing van de zielen. Laten we ervoor bidden dat ze op bovennatuurlijk gebied als heilige, geleerde, blijde en sportieve priesters leven, want zo wilde de heilige Jozefmaria het: priesters die priester zijn, voor honderd procent priester . [3]

Ook de pastorale reis naar Kameroen in de paasweek was voor mij een reden tot blijdschap; het is een land dat veel hoop biedt aan de Kerk in Afrika en in de hele wereld. En, recenter, de dagen die ik heb doorgebracht in Pamplona naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van het ziekenhuis van de universiteit van Navarra. In de tien lustra die voorbij zijn, hebben talloze personen – artsen, verpleegkundigen en administratief personeel – zich in christelijke zin gewijd aan de zorg voor de zieken; en duizenden patiënten zijn weer hersteld, of hebben geleerd hun lijden aan God op te dragen en sommigen zelfs de dood, in nauwe verbondenheid met Christus aan het Kruis. Ik dank God met heel mijn hart – sluiten jullie je daarbij aan –, want de zorg van de heilige Jozefmaria voor de zieken, die vanaf het begin van het Werk en zelfs al eerder duidelijk werd, mondde uit in dit grote project waaraan onze stichter persoonlijk een impuls gaf, en in veel soortgelijke initiatieven die in de loop van de jaren in verschillende landen van de grond kwamen.

Maar, mijn dochters en zonen, de maand mei spreekt ons vooral van de voortdurende aanwezigheid van de Allerheiligste Maagd op de weg van de Kerk en op die van elke christen. Het is dan ook vanzelfsprekend dat we van de komende weken zoveel mogelijk geestelijke en apostolische vruchten proberen te krijgen.

Op de eerste plaats wil ik stilstaan bij een geliefde mariale gewoonte: de bedevaart in de meimaand. Morgen, 2 mei, is de dag waarop we de bedevaart van de heilige Jozefmaria naar het heiligdom van Onze Lieve Vrouw van Sonsoles herdenken, in 1935, met twee van zijn zonen, waarmee hij de weg opende voor deze mariale gewoonte in het Werk. Sindsdien is er op de hele wereld met een groot geloof een bezoek gebracht aan duizenden kapelletjes en heiligdommen van de Maagd Maria, waarbij we de voetsporen van onze Vader volgden! Laten we hem vragen de bedevaart te doen met de devotie en het vertrouwen in onze Moeder die hem eigen waren en met de apostolische geest die hem bezielde. En daarom nodigen we ook een vriend, collega of familielid uit om mee te gaan bij deze uiting van kinderlijke liefde voor Onze Lieve Vrouw.

Halverwege de maand zullen we het feest van Maria van Fatima vieren en de novene van de heilige Jozefmaria tot Onze Lieve Vrouw van Guadalupe, in 1970, herdenken: twee gebeurtenissen die ons moeten helpen om zowel de tijden van mentaal gebed als de mondelinge gebeden goed te verzorgen, in het bijzonder de rozenkrans, die door Onze Lieve Vrouw aan de drie herdertjes werd aanbevolen. Laten we heilige ambities leggen in onze apostolische intenties, en tot Maria bidden voor de Kerk en de paus; voor de vruchten van het jaar van het geloof waarop we onsvoorbereiden; voor de vernieuwing van het christelijk leven in de hele wereld.

Op de 17de vieren we de twintigste verjaardag van de zaligverklaring van onze Vader, die dit jaar samenvalt met het hoogfeest van Hemelvaart. Wat roept die dag, die we meemaakten met de zalige Johannes Paulus II en met de zeergeliefde don Álvaro, veel herinneringen op aan de wonderen van de genade!

Wat een mooie gelegenheid om God nog dankbaarder te zijn en met een grotere ijver het voorbeeld te volgen van het trouwe instrument dat door de hemel gekozen was om het Opus Dei te stichten!

Op de daarop volgende dagen van de maand kunnen we Onze Lieve Vrouw van dichtbij vergezellen bij de voorbereiding van het Pinksterfeest dat dit jaar op zondag 27 mei valt. De heilige Jozefmaria moedigde ons aan om die dagen – of de daarop volgende – persoonlijk de overweging van de novene tot de heilige Geest te doen. Het is van groot belang dat we die dagen heel dicht bij de Maagd Maria blijven, en van haar leren een innige verbondenheid te hebben met de Heiligmaker van onze ziel.

Een paar weken geleden sprak Benedictus XVI over de aanwezigheid van Onze Lieve Vrouw in het cenakel van Jeruzalem, met de apostelen en de heilige vrouwen, in afwachting van de komst van de heilige Geest, en daarbij wees hij erop dat met Maria het leven van Jezus op aarde begint en met Maria ook de eerste stappen van de Kerk gezet worden. [4] God wilde dat zijn Zoon het vlees aannam in de zeer zuivere schoot van de Maagd Maria en de Heer zelf gaf haar ons bij het kruis als Moeder. Daarom was de heilige Maagd, toen de eerste leerlingen bij elkaar waren in afwachting van de beloofde Trooster, ook in het cenakel aanwezig en «met haar gebed smeekte zij de gave van de Geest af, die haar bij de Aankondiging reeds had overschaduwd». [5]

De paus merkt op dat de aanwezigheid van de Moeder van God met de Elf na Hemelvaart geen simpele historische vermelding van een gebeuren uit het verleden is, maar een betekenis van grote waarde heeft, omdat Maria met hen deelt wat voor haar het kostbaarst is: de levendige herinnering aan Jezus in het gebed. Zij deelt in deze zending van Jezus: de herinnering aan Jezus bewaren en daarmee zijn aanwezigheid. [6]

Het is niet moeilijk ons voor te stellen hoe de leerlingen in de tijd tussen Hemelvaart en de komst van de heilige Geest, toen de Moeder van Jezus onder hen was, uit haar mond en met veel liefde zoveel herinneringen hoorden die zei in haar hart bewaarde: van de Aankondiging van de Heer tot de geboorte in Betlehem; van de maandenlange gevaren die volgden op de vervolging door Herodes tot de jaren van werken en leven in Nazaret; over de gelukkige tijd van de prediking en de wonderen van de Heer tijdens zijn openbaar leven, tot de trieste uren van zijn lijden, dood en begrafenis; en daarna de vreugde van de verrijzenis, de verschijningen in Judea en Galilea, het laatste onderricht van de Meester… Aan de hand van de hoogtepunten in het leven van Maria, bereidde de heilige Geest de apostelen en de andere leerlingen voor op de volheid van Pinksteren.

Mijn dochters en zonen, het cenakel is een goede leerschool! Een school van gebed waarin Maria schittert als een niet te evenaren lerares. Lerares in het bidden , [7] zei onze Vader; en ook Lerares van het verborgen en stille offer . [8] De Maagd Maria is daar aanwezig met een open houding voor de ingevingen van de heilige Geest en ze leert de eersten om God te horen in de ingetogenheid van het gebed. De Moeder van Jezus in de Kerk vereren, betekent dus van haar leren een gemeenschap te zijn die bidt: het is één van de wezenlijke trekken van de eerste beschrijving van de christengemeente in de Handelingen van de Apostelen. (cfr. Hand 2, 42). Dikwijls wordt het gebed gedicteerd door moeilijke situaties, door persoonlijke problemen waardoor men zich tot de Heer wendt om licht, hulp en troost. Maria nodigt uit de dimensies van het gebed te verruimen, zich tot God te wenden niet alleen in nood of voor zichzelf, maar in een unaniem, volhardend, trouw elan, “één van hart en één van ziel” ( Hand 4, 32) . [9]

Het is een opdracht die de Maagd toevertrouwt aan degenen die trouwe kinderen willen zijn: aan andere personen leren zich op ieder moment tot God te richten, niet alleen bij dringende noden of in moeilijke omstandigheden. Voor sommigen is dit alles misschien bekend; voor anderen is het nieuw; voor allen betekent het een inspanning. Maar – schreef de heilige Jozefmaria – (…) ik zal blijven verkondigen dat het van het grootste belang is een geest van gebed te hebben. Altijd! In welke situatie dan ook, in de meest uiteenlopende omstandigheden, want God laat ons nooit in de steek. Het is niet christelijk de vriendschap van God alleen te zien als een uiterst redmiddel. Is het soms normaal, dat we mensen van wie we houden, negeren en minachten? Zeker niet. Onze woorden, verlangens, gedachten gaan voortdurend uit naar onze geliefden; het is net een blijvende aanwezigheid. Zo moet het ook zijn met God. [10]

Zo gedroeg de allerheiligste Maagd Maria zich altijd. Op de Calvarieberg, naast de plaats der terechtstellingen, bidt zij. Dat is geen nieuwe houding van Maria. Dat is altijd het kenmerk van haar gedrag geweest, bij het vervullen van haar plichten, bij het regelen van haar huishouden. Bij haar dagelijkse bezigheden bleef ze gericht op God. Christus (...) heeft gewild dat ook zijn Moeder, het meest verheven schepsel, zij die vol van genade is, in ons het verlangen versterkt altijd onze blik te richten op de goddelijke liefde. [11]

Nu, vanuit de hemel, waar zij met een verheerlijkt lichaam en een verheerlijkte ziel leeft, volgt de Allerheiligste Maagd iedereen van heel dichtbij, en vervult zij letterlijk de opdracht die zij van Jezus kreeg in de persoon van de heilige Johannes: vrouw, zie daar uw zoon. [12] Benedictus XVI raadt aan om haar alle stappen van ons persoonlijk en kerkelijk leven toe te vertrouwen, onze laatste stap inbegrepen. Maria leert ons de noodzaak van het gebed en toont ons dat wij alleen door een constante, vertrouwelijke, liefdevolle band met haar Zoon uit onszelf kunnen treden, moedig, om tot aan de uiteinden van de wereld de Heer Jezus, de Verlosser van de wereld, te gaan verkondigen. [13]

Bidden wij het Dominus tecum van het Wees Gegroet met de vroomheid waarmee onze Vader dat altijd deed? Hoe dringen wij er bij de Maagd Maria op aan dat ze ons helpt om de gaven en de vruchten van de heilige Geest goed te benutten?

Blijf heel verenigd met mijn intenties, die samen te vatten zijn in intens gebed voor de Kerk, voor de paus, voor de priesters en religieuzen, voor de heiligheid van heel het christenvolk. Laten we de heilige Geest vragen, op voorspraak van de Maagd Maria, in allen, herders en gelovigen, het verlangen aan te wakkeren om op ieder moment de heilige wil van God te vervullen.

En vergezel me op de reis die ik over een paar dagen wil maken naar Slowakije; opdat ook daar de geest van het Opus Dei steeds meer verspreid wordt, door in alle milieus de liefde voor de Kerk en het verlangen zich te heiligen en te heiligen in het gewone werk. Jullie kunnen je niet voorstellen hoe intens onze Vader voor dat land gebeden heeft, in 1968, toen er een poging werd gedaan zich te bevrijden van het juk van het marxisme.

Met alle genegenheid zegent jullie,

Jullie Vader

+ Javier

Rome, 1 mei 2012

1. Pseudo Gregorio Taumaturgo, Homilía II sobre la Anunciación .

2. Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt , nr. 52.

3. Heilige Jozefmaria, Homilie, Priester voor eeuwig , 13-4-1973.

4. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 14-3-2012.

5. Tweede Vaticaans Concilie, Dogm. const. Lumen gentium , nr. 59.

6. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 14-3-2012.

7. Heilige Jozefmaria, De Weg , nr. 502.

8. Ibid., nr. 509.

9. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 14-3-2012.

10. Heilige Jozefmaria, Vrienden van God , nr. 247.

11 . Ibid ., n. 241.

12 . Joh 19,26.

13. Benedictus XVI, Toespraak in de algemene audiëntie, 14-3-2012.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Copyright © Prælatura Sanctæ Crucis et Operis Dei