Brief van de prelaat (maart 2012)

In zijn maandelijkse brief accentueert Mgr. Javier Echevarría een van de traditionele werken van geestelijke barmhartigheid, welke we hebben leren waarderen door het onderricht van de heilige Jozefmaria en waaraan de Paus in zijn vastenboodschap een speciaal belang geeft: de praktijk van de broederlijke terechtwijzing.

Geliefden: moge Jezus mijn dochters en zonen bewaren!

We zijn de Veertigdagentijd begonnen, de liturgische periode waarin we gedenken dat Jezus veertig dagen met gebed en vasten in de woestijn doorbracht, voordat Hij zijn openbaar leven begon. En zoals de Meester zijn prediking begon met een dringende oproep tot bekering – de tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap [1] –, zo spoort ook de Kerk ons aan om de grote genade van deze sterke liturgische tijd te benutten, om vastberaden een stap vooruit te zetten naar God.

Hoewel het iedere dag nodig is, klinkt de oproep tot bekering dringender in de weken die we net begonnen zijn. Op de weg die leidt naar het eeuwig leven kan ieder van ons bijna zonder het te merken een beetje uit de koers raken. Daarom stelt de Kerk ons, als een goede en wijze Moeder, de noodzaak voor ogen om ons te corrigeren, waarbij zij zich ook bedient van de gebeden en lezingen van de Mis, om iedere gelovige te leren zich iedere dag weer opnieuw in concrete punten te bekeren. Als wij, kinderen van God, ons inspannen om profijt te hebben van deze teksten en ze gebruiken bij ons persoonlijk gebed, dan kunnen we in deze veertig dagen die ons naar het paasfeest zullen leiden nieuwe moed vatten om met geduld en geloof in alle situaties moeilijkheden, smart en beproeving te accepteren in het bewustzijn dat de Heer de nieuwe dag uit de duisternis zal doen opstaan . [2]

De liturgie van de Veertigdagentijd biedt ons een bijzondere genade die ons helpt om in ons hart te veranderen, waar noodzakelijkerwijze goede werken uit voortkomen. Laten we opnieuw een paar teksten van onze Vader lezen: de bekering is een kwestie van een ogenblik, heiliging is een taak voor het hele leven. Het goddelijk zaad van de liefde dat God in onze ziel heeft gelegd wil groeien, zich in daden uiten en vruchten dragen die Onze Lieve Heer aangenaam zijn. Daarom moeten we bereid zijn om opnieuw te beginnen en dan zullen we in iedere situatie het licht en de kracht van onze eerste bekering terugvinden. Dat is de reden waarom wij ons met een diepgaand gewetensonderzoek moeten voorbereiden en de Heer om hulp vragen opdat we Hem en onszelf beter leren kennen. Dat is de enige manier om ons opnieuw te bekeren. [3] Hoe hebben we dit sinds Aswoensdag aangepakt? Wat hebben we ons voorgenomen? Leven we iedere dag met de vreugde boete te doen die ons dichter bij Jezus brengt?

Als kern van de boodschap van dit jaar neemt de heilige Vader een stukje uit de brief aan de Hebreeën en hij spoort ons aan om die te overwegen: laten we elkaar in het oog houden om met elkaar te wedijveren in liefde en daden van liefde . [4] Vervolgens geeft hij aan dat deze woorden in een bredere context staan: de noodzaak Christus te ontvangen door de theologale deugden in praktijk te brengen. Het gaat er om dichter bij de Heer te komen “met een oprecht hart en in de volle overtuiging van ons geloof” (v. 22), onwrikbaar vast te houden “aan de belijdenis van onze hoop ” (v. 23), en elkaar in het oog te houden om met elkaar te wedijveren in “ liefde en daden van liefde ” (v. 24). Eveneens wordt bevestigd dat het, om dit evangelisch gedrag te kunnen ondersteunen, belangrijk is deel te nemen aan de liturgie en het gemeenschappelijk gebed, gedachtig het eschatologisch doel van de volle gemeenschap in God (v. 25 ) . [5]

Zoals in voorgaande jaren centreert Benedictus XVI zich ook nu in de werken van naastenliefde die – met het gebed en de vasten – de typerende werken van boete zijn in de Veertigdagentijd. Bij andere gelegenheden heb ik jullie aangespoord om de uiterste zorg te besteden aan de tijd van je persoonlijk gebed, de geest van boete te vernieuwen door een grotere inzet voor verstervingen die smaak geven aan het christelijk leven, en de naaste te helpen in zijn lichamelijke en geestelijke noden. Behalve jullie aan te sporen deze uitingen van christelijke geest te verzorgen, wil ik me nu centreren in een van deze traditionele werken van geestelijke barmhartigheid die de heilige Jozefmaria ons leerde op waarde te schatten en waaraan de heilige Vader een bijzonder reliëf verleent: de beoefening van de broederlijke vermaning, die Jezus zelf aan zijn leerlingen heeft aanbevolen: wanneer uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht. Luistert hij naar u, dan hebt ge uw broeder gewonnen . [6]

Deze uiting van naastenliefde blijft niet steken bij een geïsoleerd stukje onderricht. Al in het Oude Testament is deze herhaaldelijk opgenomen en daarin werd bijvoorbeeld aangeraden: berisp een wijze, die zal u waarderen; geef raad aan een wijze en hij zal nog wijzer worden; onderricht een rechtvaardige en hij zal zijn kennis nog vermeerderen . [7] En op een andere plaats: wie onderricht ter harte neemt is op weg naar het leven; maar wie een vermaning versmaadt, dwaalt af . [8] In het Nieuwe Testament wordt, in navolging van de prediking van de Meester, nog meer geconcretiseerd hoe belangrijk de fijngevoelige broederlijkheid moet zijn, die de anderen als steun dient om rechtstreeks naar God te gaan. De heilige Paulus wijst erop dat dit moet gebeuren in een geest van zachtmoedigheid , [9] door in de ander geen vijand maar een broer te zien. [10] De heilige Schrift wijst er ook op dat tucht nooit aangenaam is en er op het moment zelf meer verdriet dan blijdschap is; maar later levert ze voor degenen die zich door haar lieten vormen de heilzame vrucht op van een heilig leven. [11] En de apostel Jacobus concludeert: broeders en zusters, als iemand onder u van de waarheid afdwaalt en een ander brengt hem tot inkeer, weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg bekeert, zijn ziel zal redden van de dood en tal van zonden zal bedekken . [12] We moeten ook niet vergeten dat de heilige Jozefmaria als hij naar een centrum ging, bij aankomst vroeg of er iemand ziek was en eraan toevoegde : Zijn jullie tevreden? Wordt de broederlijke vermaning beleefd?

Helaas is dit werk van geestelijke naastenliefde ondanks het vele insisteren van de Heer, die zich hierbij ook bediende van de apostelen, van vele heiligen en van onze Vader, bij tamelijk veel christenen onbekend. De paus betreurt dit feit. Ik wil – schrijft hij – een aspect van het christelijk leven in herinnering brengen dat naar mijn mening in vergetelheid is geraakt: de broederlijke vermaning met het oog op het eeuwig heil. Vandaag zijn we in het algemeen zeer gevoelig voor het aspect van de liefdadigheid en de zorg voor het fysiek en materieel welzijn van de ander, maar we hullen ons bijna volledig in stilzwijgen wanneer het gaat om de geestelijke verantwoordelijkheid voor onze broeders en zusters. Dit was niet het geval in de eerste tijden van de Kerk of in de gemeenschappen met een echt rijp geloofsleven, die niet alleen bezorgd zijn om de lichamelijke gezondheid van hun broeders en zusters, maar ook om hun geestelijke gezondheid en hun uiteindelijke bestemming. [13]

Goddank, houden we in het deel van de Kerk dat de prelatuur van het Opus Dei is van deze zo evangelische gewoonte – niet omdat we denken dat we beter zijn – en brengen we die in praktijk. Met een speciaal licht van God, dat hem ertoe bewoog zich te verdiepen in enkele onderrichtingen van de heilige Schrift, bracht onze stichter het zelf in praktijk en leerde hij anderen vanaf het begin dat ook te doen. Hij bevestigde dat het diep evangelisch is [14] ; en hij voegde eraan toe dat het altijd een bewijs is van bovennatuurlijke liefde en vertrouwen , dat bovendien de eerste christenen doet proeven . [15]

De heilige Jozefmaria hechtte zoveel belang aan deze evangelische gewoonte dat hij doorzette tot hij bereikte dat de heilige Stoel – bij de definitieve goedkeuring van de geest van het Opus Dei in 1950 – accepteerde dat ook de stichter – en zijn opvolgers in het bestuur van het Opus Dei – baat zouden hebben bij dit middel tot heiligheid waarvan de heilige Geest zich bedient om de zielen te verbeteren. Hij vertelde dat met grote eenvoud aan zijn kinderen: wanneer ik onze statuten bij de Heilige Stoel presenteerde (…) en sprak over de broederlijke vermaning aan de Vader, kwamen ze steeds met bezwaren: hoe kan iemand die aan het hoofd staat nou gecorrigeerd worden? Aan die persoon kan niets gezegd worden! Ik legde me daar niet bij neer en gaf als uitleg: hoe kunnen ze mij, een armzalig mens, en degenen die mij opvolgen, die beter zullen zijn dan ik, maar die ook armzalige mensen zijn, niet laten delen in dit middel tot heiligheid? Het in praktijk brengen van deze gewoonte, die diep christelijk is, betekent voor degenen die de broederlijke vermaning gevenhoewel het moeite kost en ze zich moet overwinnen, – en degenen die deze ontvangenhoewel het pijn doet en ze nederig moeten zijn – een prachtig middel voor de heiligheid, dat zijn wortels heeft in het evangelie. Deze redenering heeft hen overtuigd. [16]

Onze stichter was heel duidelijk over de manier waarop de broederlijke vermaning gegeven en ontvangen wordt. Hij sprak ons over de normen van voorzichtigheid en naastenliefde waarmee op ieder moment gehandeld dient te worden, opdat deze werkelijk een instrument is voor de eigen heiligheid en die van anderen. Op de eerste plaats moet het duidelijk een uiting zijn van bovennatuurlijke en menselijke liefde, van belang hechten aan de eigen heiligheid en die van de anderen. De heilige Jozefmaria was helder: de broederlijke vermaning moet wat vorm en inhoud betreft – zei hij – vol fijngevoeligheid zijnvol liefde!want op dat moment ben je een instrument van God . [17] Want, zoals de paus in zijn boodschap uitlegt, wordt zij nooit gemotiveerd door een geest van veroordeling of verwijten; zij wordt altijd gedreven door liefde en barmhartigheid. [18]

Op basis van dit duidelijke principe vraagt men in het Werk voordat men iemand de broederlijke vermaning geeft, of het opportuun is. Behalve zich van de zuiverheid van intentie te verzekeren die iemand ertoe beweegt met deze broer of zus te spreken, kunnen ze ons een suggestie geven over de manier waarop we dat doen, rekening houdend met de concrete omstandigheden van ieder geval, zodat het echt een hulp is voor degene die deze ontvangt. Op deze manier is men ervan verzekerd dat dit middel om anderen van dienst te zijn op ieder moment een duidelijk teken is van voorzichtigheid en fijngevoeligheid, van respect voor de anderen. Het is aangrijpend te bedenken hoe integer onze Vader handelde, waar hij ook was. Als iemand klachten had over een ander of over de handelwijze van iemand, dan vroeg hij altijd: hebt u met de betreffende persoon gesproken? Doe dat, voegde hij eraan toe, want dan helpt u hem zo nodig te veranderen.

Laten we alle christenen eraan herinneren dat we geroepen zijn om deze aanbeveling van de Heer in praktijk te brengen, zonder te vergeten, zoals de heilige Vader in zijn boodschap opneemt, dat het om iets gaat dat in onze tijd heel onbekend is. Helaas gebeurt het vaak dat mensen achter de rug van anderen kwaad spreken en de fouten en tekortkomingen die gecorrigeerd moeten worden niet onder vier ogen, met bovennatuurlijke zin, durven te zeggen. En zo veroorzaakt de ondeugd van het roddelen grote schade in het gezin en in de samenleving.

Laten we – van de kant van iedereen – moeite doen om het belang van de loyaliteit te herontdekken, een fundamentele menselijke deugd in de relaties met elkaar, in de maatschappij, in het beroep, etc. In deze zin is het geven van de broederlijke vermaning – met de nodige maatregelen van voorzichtigheid en naastenliefde – hard nodig. De heilige Jozefmaria bevestigde met een bovennatuurlijk oog voor de realiteit dat wij allemaal vol tekorten zijn, dat ieder van ons moet bekijken wat we willen bestrijden; maar er zijn veel fouten die we niet zien (...), en daarover zeggen ze ons iets in de broederlijke vermaning (...). Ze doen dat omdat ze van ons houden, want het is eigen aan ons om samen te leven als een christelijke familie, vol liefde. In goede harmonie leven met allen: en dat betekent van elkaar houden, elkaar begrijpen en verontschuldigen. Maar er zijn dingenook al verontschuldigen wij zedie we niet kunnen toelaten; die moeten we in de broederlijke vermaning tegenover iedereen te kennen geven . [19]

Deze aanbeveling die in het evangelie geworteld is wordt van groot belang als de trouw aan God op het spel staat. Daarom, schrijft de paus, is het belangrijk deze dimensie van de christelijke liefde opnieuw te ontdekken. Wij moeten ten opzichte van het kwaad niet zwijgen. Ik denk aan de houding van die christenen die zich vanuit menselijk standpunt of louter uit gemakzucht aanpassen aan de heersende mentaliteit in plaats van hun broeders en zusters te waarschuwen voor een manier van denken en handelen die tegengesteld is aan de waarheid en die niet de weg van het goede volgen. [20] Zeker, anderen in deze punten helpen is altijd moeilijk. Terechtgewezen worden is moeilijk, vooral in het begin, want het valt niet mee een vernedering te aanvaarden. Het geven van een broederlijke vermaning is echter nooit gemakkelijk, dat weet iedereen . [21] En op een ander moment voegde onze Vader er aan toe: Het kan moeite kosten; het is gemakkelijker het uit de weg te gaan – veel gemakkelijker!maar dat is niet bovennatuurlijk. En van die nalatigheden zul je rekenschap moeten geven aan God. [22]

Wanneer jullie deze brief ontvangen zal ik in mijn reeks bezinningsdagen zijn. Ik vraag jullie te bidden voor de vruchten ervan: dat ik me opnieuw tot de Heer bekeer om de Kerk, het Werk, mijn dochters en zonen, alle zielen, beter te kunnen dienen. Verenig je – daar wil ik op aandringen – met mijn intenties. Die dagen zijn ook de bezinningsdagen voor de Romeinse Curie, waaraan de paus deelneemt met zijn naaste medewerkers: weer een goed moment om ons gebed voor zijn persoon en zijn intenties te verdubbelen, zoals ik jullie zo vaak vraag. Bid ook in het bijzonder voor hem op zijn pastorale reis naar Mexico en Cuba, van 23 tot 29 maart, opdat er een overvloed aan apostolische vruchten mag zijn.

Hoewel heel beknopt, wil ik jullie de feesten en gedenkdagen van onze familie herinneren die er in de komende weken zijn. De 11de de geboortedag van de zeergeliefde don Álvaro en de 23ste zijn dies natalis , zijn vertrek naar de hemel. De 19de het hoogfeest van sint Jozef, patroon van de Kerk en van het Werk. Daarna volgt de Aankondiging van de Heer, waarvan de liturgische viering dit jaar op 26 maart valt. En op de 28ste herdenken we opnieuw de priesterwijding van de heilige Jozefmaria. Op voorspraak van onze Moeder zal de genade voor de bekering die eigen is aan de Veertigdagentijd, door deze dagen door te brengen met een oprechte wens om ons te beteren, gemakkelijker hun doel bereiken.

Ik moet jullie bekennen dat ik dagelijks door ongeduld word verteerd: ik zou overal naar toe willen waar jullie werken. En ik herinner me een commentaar van de heilige Jozefmaria: iemand zou kunnen vragen: waarom blijft u in Rome? Omdat dat is wat ik moet doen, was zijn conclusie. En ik voeg eraan toe: wat was hij dichtbij iedereen!

Met dit verlangen naar een diepe innerlijke vernieuwing en een groeiende apostolische ijver, zegent jullie

jullie Vader,

+Javier

Rome, 1 maart 2012

1. Romiens Missaal, Eerste zondag van de Veertigdagentijd, Evangelie (B) ( Mc 1, 15).

2. Benedictus XVI, Toespraak bij de algemene audiëntie, 22-2–2012.

3. Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt , n.58.

4 . Hebr 10, 24.

5. Benedictus XVI, Boodschap voor de Veertigdagentijd 2012 , 3-XI-2011.

6 . Mt 18, 15.

7. S pr 9, 8-9.

8. Spr 10, 17.

9. Gal 6, 1.

10. Cfr. 2 Tess 3, 15.

11 . Hebr 12, 11.

12 . Jak 5, 19-20.

13. Benedictus XVI, Boodschap voor de Veertigdagentijd 2012 , 3-11-2011.

14. Heilige Jozefmaria, De Smidse , n. 566.

15. Heilige Jozefmaria, november 1964.

16. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 21-11-1958.

17. Heilige Jozefmaria, De Smidse , n. 147.

18. Benedictus XVI, Boodschap voor de Veertigdagentijd 2012 , 3-11-2011.

19. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 30-XII-1962.

20. Benedictus XVI, Boodschap voor de Veertigdagentijd 2012 , 3-XI-2011.

21. Heilige Jozefmaria, De Smidse , n. 641.

22 . Ibid ., n. 146.

Copyright © Prælatura Sanctæ Crucis et Operis Dei