Brief van de prelaat (april 2013)

De prelaat reflecteert over de Opstanding en vraagt onze voortdurende inzet “om de liefde van Christus en het geestelijke en materiële welzijn van de anderen, naar het milieu te brengen waar ieder werkt.”

Geliefden: moge Jezus mijn dochters en zonen bewaren!

De grote gebeurtenissen waarvan wij getuige zijn geweest in het leven van de Kerk zijn nog van recente datum: de verkiezing van een nieuwe paus. Zoals bij deze gelegenheden altijd gebeurt, hebben we de werking van de heilige Geest ervaren en wat Benedictus XVI zei bij het begin van de petrinische dienst: "De Kerk leeft; dit is de geweldige ervaring van deze dagen (...). De Kerk is jong. Ze heeft de toekomst van de wereld in zich en laat daarom aan ieder van ons de weg naar de toekomst zien. De Kerk leeft en wij zien het: we ervaren de vreugde die de verrezen Heer zijn volgelingen heeft beloofd." [1]

Met grote vreugde en verenigd met de hele Kerk, hebben wij in het Werk allemaal de verkiezing van paus Franciscus verwelkomd die tot een uitbarsting van spiritualiteit heeft geleid, tot het verlangen naar verbetering. Het feest van sint Jozef, de dag waarop de nieuwe paus plechtig begon met zijn taak als opperste herder in dienst van de universele Kerk, heeft op een bijzondere wijze tastbaar gemaakt dat de Heer, zijn allerheiligste Moeder en de heilige patriarch op ieder moment over de Kerk waken; dat de Bruid van Christus in de loop van haar bestaan nooit alleen staat bij de vele wisselvalligheden en de schommelingen.

Paus Franciscus stelde zich de vraag: Hoe beleeft Jozef zijn roeping als behoeder van Maria, Jezus en de Kerk? En hij antwoordt: met voortdurende aandacht voor God, open voor zijn tekenen, beschikbaar voor zijn plannen waaraan hij zijn eigen plannen ondergeschikt maakt; het is dat, wat God verlangt van David (…). God wil niet een door de mens gebouwd huis, maar Hij verlangt trouw aan zijn Woord, trouw aan zijn plan. God zelf is het die het huis bouwt, maar uit levende, van zijn Geest doordrenkte stenen. En Jozef is ‘behoeder’ omdat hij kan luisteren naar God en zich door zijn wil laat leiden. En juist daardoor heeft hij een nog groter inlevingsvermogen voor de aan hem toevertrouwde mensen en weet hij de gebeurtenissen realistisch te zien, is hij zeer attent naar zijn omgeving toe en weet hij verstandigste beslissingen te nemen . [2] Zoals ik jullie voor de verkiezing heb gezegd en daarna heb bevestigd – alles in navolging van onze Vader –, houden wij al met een grote bovennatuurlijke en menselijke genegenheid van de nieuwe paus en tegelijkertijd proberen we de eerste stappen van zijn dienstwerk die altijd belangrijk zijn, met veel gebed en versterving te ondersteunen.

Gisteren begon de paastijd. De jubelzang, het alleluja , dat van de aarde naar de hemel opstijgt in elke hoek van de planeet, drukt het onwankelbare geloof van de Kerk in haar Heer uit. Jezus heeft, na zijn schandelijke dood aan het Kruis, van God de Vader, door de heilige Geest, een nieuw leven ontvangen – een leven vol glorie in zijn allerheiligste mensheid – zoals we elke zondag belijden in een van de artikelen van de geloofsbelijdenis: Jezus zelf – perféctus homo , volmaakt mens – die ter dood gebracht is onder Pontius Pilatus, is begraven, is de derde dag verrezen volgens de Schriften, [3] om nooit meer te sterven en als een onderpand van onze toekomstige verrijzenis en het eeuwig leven dat wij verwachten. Laten we dus met de Kerk zeggen : U danken wij, Heer God, omwille van uw heerlijkheid en om heil en genezing te vinden zullen wij uw Naam verkondigen, al onze dagen, maar vooral in deze tijd bezingen wij U. Want ons Paaslam, Christus, is voor ons geslacht. Hij, die voor ons geworden is het Lam dat wegdraagt de zonden der wereld. Onze dood is Hij gestorven,voorgoed heeft Hij de dood ontwapend en gedood; Hij is opgestaan ten leven en alles heeft Hij nieuw gemaakt. [4]

Laten we proberen om ons, met behulp van de heilige Geest, te verdiepen in dit grote geloofsmysterie, waarop – zoals een gebouw op de fundering – heel het christelijke leven rust. “Het mysterie van de Verrijzenis van Christus – leert de Catechismus van de Katholieke Kerk – is een werkelijk gebeuren waarvan men de manifestaties in de geschiedenis heeft kunnen constateren, zoals het Nieuwe Testament getuigt.” [5] De heilige Paulus heeft dit uitgelegd aan de christenen van Korinte. Op de eerste plaats dan heb Ik u overgeleverd wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften en dat Hij begraven is, en dat Hij is opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften, en dat Hij is verschenen aan Kefas en daarna aan de Twaalf . [6]

Het zeer uitzonderlijke karakter van de verrijzenis van Christus bestaat erin dat zijn allerheiligste Mensheid, de nieuwe hereniging van ziel en lichaam door de kracht van de heilige Geest, volledig veranderd is in de heerlijkheid van God de Vader. Het is een historisch feit waarvan getuigen die volledig geloofwaardig zijn getuigen, maar het is tegelijkertijd en vooral het fundamentele onderwerp van het christelijk geloof. De Heer, "gaat in zijn verrezen lichaam van de toestand van de dood over naar een ander leven buiten tijd en ruimte. Het lichaam van Jezus is bij de verrijzenis vervuld van de kracht van de heilige Geest; Hij deelt in het goddelijk leven door de staat van zijn heerlijkheid, en wel zo dat de heilige Paulus over Christus kan zeggen dat Hij ‘de hemelse mens’ is. (vgl. 1 Kor 15, 35-50)" [7]

Laten we overwegen wat de heilige Jozefmaria in een van zijn homilieën schreef: Christus leeft. Jezus is de Emmanuel: God met ons. Zijn verrijzenis openbaart ons dat God de zijnen niet in de steek laat. (…) Christus leeft in zijn Kerk. ‘ Ik zeg u de waarheid: het is goed voor u dat Ik heenga; want als Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen. Nu Ik wel ga, zal Ik Hem tot u zenden. ( Joh 16, 7). Dat was het plan van God: Jezus heeft ons de geest van waarheid en leven gegeven door zijn dood aan het kruis. Hij leeft voort in zijn Kerk, in haar sacramenten, in haar liturgie, in haar prediking, in heel haar handelen. Christus blijft in het bijzonder onder ons tegenwoordig in deze dagelijkse overgave in de heilige Eucharistie. Daarom is de Mis het centrum en de wortel van het christelijk leven. In elke Mis is Christus in zijn geheel aanwezig, met Hoofd en Lichaam. Per Ipsum, et cum Ipso, et in Ipso. Want Christus is de Weg, de Middelaar, in Hem vinden we alles, zonder Hem blijft ons leven leeg. In Jezus Christus, en door Hem onderricht, durven wij zeggen – audemus dicere Pater noster , onze Vader. Wij durven de Heer van hemel en aarde vader te noemen. De aanwezigheid van de levende Jezus in de heilige hostie is de waarborg, de bron en de voltooiing van zijn aanwezigheid in de wereld. [8]

De verrezen Jezus is ook de Meester van de wereld, de Heer van de geschiedenis: er gebeurt niets buiten zijn wil of zonder dat Hij het toestaat met het oog op de verlossende plannen van God. De heilige Johannes laat het ons in de Apocalyps in al zijn glorie zien: en te midden van de luchters [zag ik] Iemand als een Mensenzoon, gekleed in een gewaad dat tot de voeten reikte, het middel omgord met een gouden gordel. Zijn hoofd en haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als vlammend vuur. Zijn voeten waren als koperbrons dat in de oven is gelouterd, en zijn stem klonk als het gedruis van vele wateren. En in zijn rechterhand had Hij zeven sterren, en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. En zijn gelaat schitterde als de zon in haar kracht . [9]

Deze soevereiniteit van onze Heer over de wereld en over de geschiedenis in heel zijn volheid, eist dat wij, zijn leerlingen, ons met al onze krachten inzetten voor de opbouw van zijn rijk op aarde. Een taak die niet alleen vereist God lief te hebben met heel ons hart en heel onze ziel, maar dat we vol genegenheid en met daadwerkelijke naastenliefde, met de daad en in waarheid [10] , van elk van onze naasten houden, en in het bijzonder van degenen die het harder nodig hebben. Heel begrijpelijk is daarom – schreef de heilige Jozefmaria – het ongeduld, de angsten en de onrustige verlangens van de mensen die een ziel hebben die van nature christelijk is (vgl. Tertulianus, Apologético , 17) en die zich daarom niet neerleggen bij de individuele en sociale onrechtvaardigheid waartoe het menselijk hart in staat is. De mensen leven al eeuwenlang samen en er ligt nog steeds veel haat, vernietiging en fanatisme opgehoopt in ogen die niet willen zien en in harten die niet willen liefhebben. [11]

Dit is, zoals jullie weten, een van de zorgen waaraan de nieuwe paus vanaf de eerste momenten van zijn pontificaat uiting heeft gegeven. Laten wij ons, gedreven door het voorbeeld en het onderricht van onze Vader, blijven inzetten om de liefde van Christus en het geestelijke en materiële welzijn van de anderen, naar het milieu te brengen waar ieder werkt; persoonlijk, maar ook door de medewerking van andere mensen te zoeken en te vragen die in deze bezorgdheid over de behoeftigen delen. Laten we nooit vergeten dat het Opus Dei, door de wil van God, werd geboren en versterkt tussen de armen en zieken van de buitenwijken van Madrid; en onze stichter zette zich in de eerste jaren van het Werk met vrijgevigheid en heldenmoed voor hen in, met een buitengewoon goed gebruik van de tijd. In 1941 schreef hij: het is niet nodig jullie in herinnering te brengen, want jullie maken het zelf mee, dat het Opus Dei geboren werd onder de armen in Madrid, in ziekenhuizen en in de meest miserabele buurten: we blijven zorgen voor de armen, voor de kinderen en voor de zieken. Deze traditie zal in het Werk nooit worden verlaten . [12]

Een paar jaar later bekrachtigde de heilige Jozefmaria deze leer met andere duidelijke woorden die, ondanks het verstrijken van de tijd, volledig actueel blijven. In deze tijden van verwarring – schreef hij – is op politiek en sociaal gebied niet duidelijk wat rechts, centrum of links is . Maar als links betekent dat je welzijn wil bereiken voor de armen, het recht op een leven met een minimaal comfort voor iedereen, werk, goede zorg bij ziekte, ontspanning, het recht op kinderen en een goede opvoeding voor hen, en verzorging bij ouderdom, dan ben ik linkser dan wie ook. Uiteraard binnen de sociale leer van de Kerk, en compromisloos met het marxisme en atheïstisch materialisme, of met de antichristelijke klassenstrijd, want in deze dingen kunnen we niet toegeven. [13]

Het deed onze stichter vooral pijn dat die liefdeloosheid en dat gebrek aan liefdadigheid jegens de behoeftigen soms ook onder de christenen voorkwam. De rijkdommen van de aarde zijn verdeeld onder een klein aantal mensen en de cultuurgoederen zijn voorbehouden aan een kleine kring. Daarbuiten heerst honger naar brood en kennis. Daar zijn mensenlevens die heilig zijn omdat ze van God komen en die eenvoudigweg worden behandeld als dingen, als statistische gegevens. Ik begrijp en deel dat ongeduld, een ongeduld dat voor mij een stimulans is om naar Christus te kijken die ons blijft vragen om het nieuwe gebod van de liefde in praktijk te brengen .

Alles wat we in ons leven meemaken heeft een goddelijke boodschap in zich en vraagt om een antwoord van liefde en van overgave aan anderen. [14]

Mijn dochters en zonen, laten we deze woorden overwegen en doen weerklinken in de oren van veel mensen, opdat het nieuwe gebod van de liefde in ieders leven schittert en – zoals Jezus wilde – het kenmerk van al zijn leerlingen is. [15] Ik zou graag willen dat wij ons in de woorden van het evangelie verdiepen, na de verrijzenis van Jezus: gavísi sunt discípuli viso Dómino [16] , de leerlingen waren vol vreugde toen ze de Heer zagen. Bedenk ook dat de Meester ons altijd van dichtbij volgt, en we moeten Hem ontdekken en naar Hem kijken in de gewone en buitengewone omstandigheden van het dagelijks leven, overtuigd van wat de heilige Jozefmaria zei: of we ontmoeten Hem daar, of we zullen Hem nooit ontmoeten. Hebben we dan ook, door de triomf van Christus en door de zekerheid dat Hij op ons rekent, opnieuw richting gegeven aan ons gáudium cum pace , onze vreugde vol van vrede, en heeft deze bovennatuurlijke en menselijke inhoud?

Gedurende deze maand komen er voor ons, naast de vreugde van de Kerk om Pasen en om een nieuwe opvolger van Petrus op aarde, nog andere redenen voor vreugde bij: vooral de verjaardagen van de Eerste Communie en het Vormsel van de heilige Jozefmaria op de 23ste. Wat een goede aanleiding om de Heer, in de komende weken, op zijn voorspraak overvloedig licht en kracht van de heilige Geest te vragen voor paus Franciscus, voor de heilige Kerk, voor de mensheid! Ik wil niet voor jullie verzwijgen dat ik ervan geniet door de geschiedenis van het Opus Dei te gaan, de geschiedenis van de barmhartigheid van God , en ik vraag de allerheiligste Drie-eenheid dat jullie hetzelfde gebeurt: we leven niet van herinneringen, maar van de vreugde Gods hand te zien op de weg van het Werk, in het leven van de heilige Jozefmaria.

Met alle genegenheid zegent jullie

jullie Vader

+ Javier

Rome, 1 april 2013

1. Benedictus XVI, Homilie tijdens de Mis bij de aanvang van de petrinische dienst, 24-4-2005.

2. Paus Franciscus, Homilie tijdens de Mis bij de aanvang van de petrinische dienst, 19-3-2013.

3. Romeins Missaal, Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel.

4. Romeins Missaal, Prefatie I van Pasen.

5 . Catechismus van de Katholieke Kerk , nr. 639.

6. 1 Kor 15, 3-5.

7 . Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 646.

8. Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 111.

9. Apok 1, 13-16.

10. 1 Joh 3, 18.

11. Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 111.

12. Heilige Jozefmaria, Instrucción, 8-12-1941, nr. 57.

13. Heilige Jozefmaria, Instrucción, mayo- 1935/14-9-1950, nota 146.

14. Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 111.

15. Cfr. Joh 13, 34-35.

16. Joh 20, 20.

Copyright © Prælatura Sanctæ Crucis Dei et Operis Dei