“Wij moeten de voetsporen van Christus volgen”

Onze status als kinderen van God zal ons ertoe aanzetten - ik herhaal het opnieuw - om bij alle menselijke activiteiten een contemplatieve geest te hebben; om licht, zout en gist te zijn, door het gebed, de versterving, de vorming in de leer en de deskundigheid in ons beroep. Dit programma zullen we realiseren: naarmate we meer in de wereld zijn, zullen we meer in God opgaan. (De Smidse, 740)

We kijken niet met een trieste blik naar de wereld. Sommige schrijvers van heiligenlevens hebben, misschien onbedoeld, de catechese een slechte dienst bewezen. Ze wilden hoe dan ook buitengewone dingen in het leven van Gods dienaren vinden, te beginnen met het huilen van de pasgeboren baby. (...)

Maar met de hulp van God hebben wij geleerd om in de opeenvolging van schijnbaar eentonige dagen een tijd van echte boetedoening, spatium verae penitentiam, te ontdekken, en ons op zulke momenten voor te nemen om emendatio vitae, ons leven te beteren. Dat is de manier om onze ziel open te stellen voor de genade en de ingevingen van de heilige Geest. Met die genade, herhaal ik, komen gaudium cum pace, vreugde, vrede en volharding op onze weg. ( Gaudium cum pace, emendationem vitae, spatium verae poenitentiae, gratiam et consolationem Sancti Spiritus, perseverantiam in bonis operibus, tribuat nobis omnipotens et misericors Dominus. Amen. [Romeins brevier, voorbereidingsgebed voor de heilige Mis]).

Christus komt langs, 9

Ontvang berichten per e-mail

email