Vestigen van echte vrede in Afghanistan

Kapitein Joe Nonato is een Canadese leraar uit Toronto en neemt deel aan een Canadese missie in Afghanistan. Een deel van zijn uitdaging is een bovennatuurlijke zin geven aan zijn werk: “Het gaat er niet om hoe we sterven, maar hoe wij leven.”

In de controverse rondom de militaire aanwezigheid van Canada in Afghanistan vergeet men makkelijk, dat het Afghanistan is die Canada om militairen gevraagd heeft en dat Canadese soldaten op vrijwillige basis naar Afghanistan gaan. Ik sprak onlangs hierover met een van hen in de bibliotheek van het Regis College in Toronto. Een jezuïetenschool lijkt een vreemde plaats om met een soldaat over diens missie te spreken, maar – zoals kapitein Joe Nonato van het Royal Regiment of Canada het zegt – de heilige Ignatius van Loyola was zelf een soldaat. De katholieke traditie kent vele militaire metaforen en heeft veel militaire heiligen. Nonato ziet geen tegenstellingen tussen zijn taken als soldaat en als een godsdienstleraar aan de De La Salle school in Toronto.

Nonato, wiens familie emigreerde uit de Filippijnen, zegt in het leger gegaan te zijn deels omdat hij uit een familie komt met een militaire achtergrond, maar ook omdat hij van Canada houdt en hij de behoefte voelt om te dienen. “De Kerk leert ons dat de reden waarom we hier zijn is om te dienen. De mensen hebben verschillende roepingen die God ons geeft en een deel van mijn professionele roeping is het leger.

Maar is het pittig om als katholiek te dienen in het leger? Nonato vergelijkt de legeromgeving met een voetbalteam, inclusief de kleedkamerpraat.

“Het geloof wordt op de proef gesteld,” geeft hij toe, “een test voor je standvastigheid. Natuurlijk zijn de strijdkrachten een afspiegeling van onze samenleving. Wat de cultuur erbinnen betreft, moet je een doorzetter zijn

... Om daar katholiek te zijn herinnert ons eraan, dat het niet alleen onze taak is om zelf in de hemel te komen, maar ook om anderen in de hemel te brengen. Als ik bid, doe ik dat niet alleen voor mijzelf. Niemand heeft mij ooit een heilig boontje genoemd. Mensen neigen om respect te hebben voor diegenen die deugdzaam zijn. Als je voor iets staat wat goed is, zullen de mensen dat respecteren.”

Andere katholieken hebben hem gevraagd of het soldaat-zijn tegenstrijdig is aan de leer van Christus of die van de Kerk. “Maar dat is het juist niet,” zei Nonato. “We worden omschreven als een familie, maar we worden ook omschreven als een leger, strijders voor de Kerk. Als je in de catechismus kijkt, dan gaat het eigenlijk over het willen van de vrede van Christus, maar we beseffen tegelijkertijd dat wij in een wereld leven die lijdt onder de erfzonde. Er moet iemand zijn die vrede of die rechtvaardigheid brengt. Vrede betekent niet het ontbreken van conflict. Er moeten mensenrechten en een erkenning van de waardigheid van de menselijke persoon zijn.

Nonato is het ermee eens dat Canada een vredelievend land is, maar zegt ook dat het een land is dat weet voor zichzelf en voor anderen op te komen. Hij wijst op de vele oorlogsmonumenten in en rond Toronto. “Vrede heeft een prijs. Als een land van de Eerste Wereld zijn we aan anderen iets verschuldigd. We kunnen niet egoïstisch hier blijven en anderen laten lijden. We zijn in Afghanistan omdat Afghanistan ons gevraagd heeft om te komen, te helpen om orde op zaken te stellen, rechtvaardigheid te brengen, vrijheid te brengen.”

Nonato zal dit jaar naar Afghanistan gaan. Hij zal er gaan werken als een psychological operations officer , om te strijden tegen de propaganda van de Taliban. Zijn huis zal een plastic tent zijn met een betonnen vloer in Kandahar en zijn kerkgemeenschap zal behoorlijk verschillen. Nonato is lid van het Opus Dei, mogelijk het enige in Kandahar. Gewoonlijk is er een priester aanwezig – de Amerikanen hebben altijd een priester als hun katholiek aalmoezenier. Hij is blij. “Afgesneden zijn van de sacramenten zou een complete horror story zijn,” aldus Nonato. “Ik beschouw het ontvangen van de Eucharistie als onze bron van leven.”

Er zijn in Afghanistan natuurlijk andere afschrikwekkende gevaren, maar Nonato zegt niet bang te zijn. “Er bestaat ook een kans om daar te sneuvelen. Voor christenen is de dood niet iets waar we bang voor zijn, omdat Christus stierf. Het gaat er niet om hoe we sterven, maar hoe wij leven.”

Maar de Taliban dan? “We bidden voor onze vijanden,” zegt Nonato, “maar we moeten ons eigen leven ook beschermen. Ondertussen moeten we vertrouwen op onze regering. Wij zijn niet degenen die het strijdperk gekozen hebben.”

Ofschoon de gehele carrière van Nonato, om te beginnen met zijn tijd aan het Royal Military College , een voorbereiding is geweest op zijn missie, heeft hij zich ook spiritueel voorbereid met een stille retraite. De aloude kameraadschap van het leger is ook tot steun. “We trainen elkaar om voor elkaar te zorgen,” legt hij uit. Hij voelt zich gesterkt te weten dat anderen op hem rekenen.

Bij het zien van de soldaat in zijn groen-bruine uniform, kon ik het niet nalaten te vragen: “Je bent dus een man in een bruine pij?”

“Ja, dat ben ik,” antwoordde Nonato. “Vanuit het oogpunt van een karmeliet, is een bruine pij ook een uniform.”

Hij kijkt omlaag naar zijn borst. Hij draagt daar ook een medaille van St. Benedictus. “Ik neem aan dat als mensen zich realiseren dat je iets gevaarlijks gaat doen, men je die dingen geeft.”

Dorothy Cummings // The Catholic Register, Vrijdag, 23 Mei 2008