Toni Zweifel: een fijngevoelige manier om met anderen om te gaan

De gewoonte om aan anderen te denken bracht Toni Z. ertoe om buitengewone dingen te doen, zoals wat hij op een dag deed op het Centraal Station van Zürich.

Winter 1984-1985. Na een zakelijk gesprek op het hoofdkantoor van de Limmat-stichting in Zürich, reed Toni Zweifel de Fransman Michel Baroni naar het Centraal Station. Onderweg kwamen ze vast te zitten in een file en het werd steeds twijfelachtiger of ze de trein naar Parijs zouden halen. Dus liet Toni zijn gast op een bepaalde plek uitstappen en wees hem de weg te voet via een kortere weg. Het bleek schijnbaar zinloos, want Baroni kwam twee minuten te laat aan. Maar wat schetste zijn verbazing toen hij niet alleen de trein nog steeds bij het perron zag staan, maar ook Toni, die op tijd was aangekomen met de auto en de conducteur zover had gekregen dat hij het vertrek van de trein uitstelde tot Baroni zou arriveren. "Zie je," zei hij met een glimlach, "in Zwitserland zijn we tot alles bereid voor een Fransman; we laten zelfs een trein met vertraging vertrekken!

Deze anekdote illustreert goed de typische stijl waarmee Toni zich bekommerde om de noden van anderen: door erop uit te gaan, om hen te ontmoeten en dat op een vernuftige manier. Hij had van de heilige Jozefmaria geleerd dat naastenliefde niet ophoudt bij organisatorische en financiële inzet voor hulpverlening, maar vooral moet doordringen in het omgaan met degenen met wie men een persoonlijke band heeft.

Men voelde zich op zijn gemak in Toni's gezelschap. Hij stond altijd klaar voor een gesprek, voor huishoudelijk werk of om specifieke problemen op te lossen. Deze bereidheid deed niets af aan de vele moeilijke dagelijkse taken. Toni plande zijn tijd tot op de minuut, wat betekende dat hij zijn plannen aanpaste aan onvoorziene omstandigheden. Opmerkelijk was dat hij dit op een heel zachtaardige manier deed.

Hij was vooral liefdevol voor zijn moeder. Toen ze ouder werd, leed ze aan depressies en ze zocht hem steeds weer op voor morele steun. Toni voerde lange telefoongesprekken met haar en nam dagen vrij om naar haar toe te reizen, haar te begeleiden en haar op te vrolijken.

Zoals iedereen in contact met andere mensen, in het gezin en op het werk, kwam ook Toni de tekortkomingen en beperkingen van anderen tegen. Hij ging daar met veel begrip en geduld mee om. Om niet in een negatieve houding te vervallen, concentreerde hij zich bewust op de positieve kanten van elke persoon en bewonderde hen oprecht. Soms ging hij zelfs zo ver dat hij ze opschreef en erover mediteerde in gebed. Dit weerhield hem er niet van om iemand te waarschuwen voor zijn fouten, wanneer dat objectief en gepast was; maar hij deed dit altijd welwillend en zonder de les te lezen.

Op zijn beurt liet hij zich corrigeren. In het begin was hij te veeleisend in zijn tijdsbesteding. Zodra hij aan het begin van de middag zijn koffie op had, vertrok hij gehaast naar kantoor. Op een dag wees iemand hem erop dat anderen zich hierdoor ongemakkelijk en gespannen voelden. Vanaf dat moment veranderde hij zijn gewoonte: hij bleef een tijdje thuis om iets te regelen voordat hij weer rustig naar kantoor ging.

Hij reageerde met liefde als hij oneerlijk behandeld werd. Dit was vooral duidelijk toen hij op het punt stond zijn project voor de bouw van een internationaal ontmoetingscentrum te realiseren. Al op het laatste moment ontketende zich gedurende vele maanden een hevige controverse in de media, met vernederingen en onjuiste mediaberichten, die er uiteindelijk toe leidden dat het project niet kon worden gerealiseerd. Zijn jarenlang met de beste bedoelingen opgebouwde werk stortte in. Maar in al die tijd ontsnapte hem geen bittere of denigrerende opmerking, zelfs niet in besloten kring.

Kortom: het christelijk geloof had van Toni een aangename man gemaakt: goedgehumeurd, zachtaardig, behulpzaam en betrouwbaar. Het vaak geciteerde ideaal van naastenliefde werd in hem een concrete realiteit.