Prelaat Opus Dei: verenigd met de paus

Pastorale brief van mgr. Javier Echevarría aan de gelovigen en medewerkers van het Opus Dei bij gelegenheid van het vijfentwintigjarige pontificaat van Johannes Paulus II.

Vijfentwintig jaar geleden hebben we het vijftigjarig bestaan van het Opus Dei gevierd. De Heer had het zo beschikt dat deze datum samenviel met een periode van sede vacante in de Kerk: Johannes Paulus I, de paus die met zijn glimlach de wereld reeds in drieëndertig dagen had ontroerd, was overleden. Die verjaardag van het Werk, met veel gebed en vreugde voorbereid, ging gepaard met de droefheid van dit verlies. Kort daarna, op 16 oktober, werden we verblijd met de keuze van Johannes Paulus II als opvolger van Petrus. Laten we, bij de viering van de vijfentwintigste verjaardag van deze gebeurtenis, ons verenigen met de waardering die miljoenen mensen, gelovigen en niet-gelovigen, de paus bewijzen.

Het feit dat deze datum nagenoeg samenvalt met het vijfenzeventigjarig bestaan van het Opus Dei, biedt een nieuwe gelegenheid om de Voorzienigheid te ontdekken, die alles met zachtheid bestuurt (1) en de geschiedenis door de tijd heen leidt. Het lijkt alsof de Heer ons in een wezenlijke eigenschap van de geest van het Opus Dei bevestigt: een grote liefde voor de Kerk en haar zichtbare hoofd. Onze stichter zei het in 1934 aldus: “Christus. Maria. De paus. Is het niet zo dat we hiermee in drie woorden de liefdes die heel het katholieke geloof omvatten hebben aangegeven?” (2) En in 1964 zei hij na een audiëntie bij Paulus VI: “In het Opus Dei hebben we een grote liefde en waardering voor de paus; en we willen dat deze genegenheid en waardering iedere dag groter worden. In mijn verlangen om de Kerk te dienen, heb ik er altijd naar gestreefd dat mijn geestelijke kinderen veel van de paus houden.” (3)

Dit verlangen van de heilige Jozefmaria wordt, God zij dank, in de hele wereld nog steeds vervuld. Daarvan getuigen de talloze mensen die in de centra van de prelatuur vorming ontvangen of haar apostolaatswerken steunen. De katholieken leren er dagelijks voor de paus en zijn intenties te bidden, of ze worden in deze kinderlijke plicht bevestigd. Ze worden gestimuleerd om zijn onderricht te bestuderen, in praktijk te brengen en te verbreiden onder familieleden, vrienden en kennissen, door in het eigen milieu de stem van de paus te laten weerklinken. En de vele niet-katholieken, en ook niet-christenen, die het Opus Dei als medewerkers helpen, respecteren en bewonderen de paus. Zoals talloze andere goedwillende mensen, zien zij in hem een man van God, een onvoorwaardelijk verdediger van de mensenrechten, een vredestichter onder de volkeren en de individuele mens. In feite ontdekken ze in de paus een levende icoon van Jezus Christus.

Vaak heb ik jullie herinnerd aan het verlangen van de heilige Jozefmaria: Omnes cum Petro ad Iesum per Mariam! Dit verlangen wordt door de goddelijke goedheid ook dagelijks vervuld. Mogen alle mensen die de Heer aan jullie zijde plaatst, met Petrus door Maria naar Jezus gaan. Dank U, Heer, herhaal ik eens te meer. Vol liefde richt ik mij tot de Moeder van de Kerk. Op haar voorspraak ontvangen wij alle goede dingen.

Sinds de heiligverklaring van Jozefmaria is een jaar voorbijgegaan. Die 6 oktober moet een blijvende herinnering zijn in ons geheugen en ons gedrag. Deze datum is voorgoed in de geschiedenis van het Opus Dei gegrift. De herinnering aan die dag moet ons stimuleren om het verlangen naar persoonlijke heiligheid en apostolaat, dat wij die dag op bijzondere wijze hebben ervaren, te hervinden. Ons gebed en dat van de mensen die door de geest van het Opus Dei dichter bij God trachten te komen, hoort steeds gevoed te worden met wat de paus bij de heiligverklaring zei: “De wereld tot God verheffen en van binnenuit omvormen: dit is het ideaal dat de heilige stichter jullie voorhoudt, beminde broeders en zusters, die jullie verheugen op zijn verheffing tot de eer der altaren. Hij blijft jullie herinneren aan de noodzaak niet bang te zijn voor een materialistische cultuur die de meest zuivere identiteit van de leerlingen van Christus wil aantasten. Hij herhaalde met kracht dat het christelijk geloof zich verzet tegen het conformisme en de innerlijke inertie.

“Treedt in zijn voetspoor door, zonder onderscheid naar ras, stand, cultuur of leeftijd, in de maatschappij het bewustzijn te verbreiden dat wij allen tot heiligheid geroepen zijn. Spannen jullie je in om zelf heilig te zijn; allereerst door een evangelische levensstijl te koesteren van nederigheid en dienstbaarheid, van overgave aan de Voorzienigheid en van voortdurend luisteren naar de stem van de Geest. Op die wijze zullen jullie ‘zout der aarde’ (vgl. Mt 5, 13) zijn en zal jullie ‘licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is’ (Mt. 5, 16).” (4)

De heilige Jozefmaria heeft ons in woord en daad geleerd op ieder moment onze toevlucht te nemen tot de allerheiligste Maagd Maria, onze genegenheid en ons vertrouwen in haar moederlijke voorspraak te tonen. Don Álvaro, zijn eerste opvolger aan het hoofd van het Werk, heeft ons altijd aangespoord om “heel dicht bij Maria te blijven en haar voor alles erbij te halen en in alles te betrekken”. (5) Proberen wij met een tedere en sterke devotie de rozenkrans te bidden; in het bijzonder in deze oktobermaand, de laatste van het door de paus afgekondigde jaar van de rozenkrans. Laten we ons inspannen om de geheimen goed te overwegen, zoals de paus suggereert. Hij spoort ons aan om aan Christus te denken, Hem te begrijpen, ons met Hem te vereenzelvigen, tot Hem te smeken en Hem aan de anderen te verkondigen, altijd door en met Maria. (6)

_____________

NOTEN:

(1) Vgl. Wijsh. 8, 1.

(2) H. Jozefmaria, Instructie, 19-3-1934, nr. 31.

(3) H. Jozefmaria, Aantekeningen van een gesprek, 24-I-1964.

(4) Johannes Paulus II, Preek bij de heiligverklaring van Jozefmaria Escrivá, 6-10-2002.

(5) Mgr. Álvaro del Portillo, Brief, 9-1-1978, nr. 6.

(6) Vgl. Johannes Paulus II, apost. brief Rosarium Virginis Mariae, 16-10-2002, nr. 13-17.