Jezus-research toen en nu

Een bevestiging van de geloofwaardigheid van de Evangeliën.

Fragment van een Dode Zee-rol.

In de negentiende eeuw begon men bij het wetenschappelijk onderzoek naar Jezus en de bijbelteksten met de toepassing van methoden van de moderne geschiedeniswetenschap. Sindsdien heeft dit onderzoek meerdere etappes doorlopen. Aanvankelijk met rationalistische vooroordelen en daarna tot ver in de twintigste eeuw werd het beïnvloed door een hyperkritische methodiek. Tegenwoordig is het onderzoek beduidend opener en staat het open voor nieuwe ideeën ten aanzien van de teksten van het Evangelie.

Het principiële scepticisme van vroeger tijden is inmiddels verregaand overwonnen. Men kent nu veel beter dan enkele tientallen jaren geleden de historische en literaire context van het tijdperk waarin Jezus leefde en waarin de Evangeliën werden geschreven. Wij zijn meer vertrouwd geraakt met de toenmalige Joodse literatuur. Zo beschikken wij bijvoorbeeld over commentaren op bijbelteksten, vertalingen in het Aramees, de Qumran-teksten (Dode Zee-rollen), de rabbijnse literatuur, etc. Met behulp van deze gegevens kunnen we de berichten in de Evangeliën en het Jezusbeeld van het jodendom in die tijd illustreren, verifiëren en beter begrijpen.

Anderzijds geven nieuw ontsloten bronnen uit de grieks-romeinse wereld ons een grondiger inzicht in de hellenistische invloed op Galilea, waar Jezus leefde. Tegenwoordig is duidelijk dat de regio in cultureel contact stond met de Griekse wereld.

Andere tekstgetuigenissen zijn de zogenaamde apocriefe geschriften, die met een grote waarschijnlijkheid na de canonieke Evangeliën werden geschreven, en andere christelijke en joodse teksten van de tweede eeuw. Ze werpen een nieuw licht op de overleveringen, van waaruit ze zijn ontstaan, en geven ons de gelegenheid de uitspraken in de Evangeliën beter in hun context te plaatsen.

Niet op de laatste plaats hebben ook nieuwe archeologische opgravingen de Jezus-research verrijkt. Van bijzonder belang zijn de vondsten in Galilea, die een zeer aanschouwelijk beeld van deze hellenistische streek in het Palestina van de eerste eeuw geven.

Parallel aan de verbetering van de bronnen werden nieuwe methoden en aanzetten van de tekstinterpretatie (exegese) toegepast, literaire, canonieke en andere. Ze droegen ertoe bij de beperkingen en starheden van de voorheen toegepaste historische methoden te overwinnen.

Onze geschiedkundige kennis van Jezus van Nazareth is op deze wijze steeds solider geworden. Ze bevestigen de geloofwaardigheid van de Evangeliën. Deze bieden de niet-vooringenomen historicus een geheel van signalen, daden en woorden waaruit de uniciteit van Jezus en zijn zending duidelijk voortvloeit.