Hem kennen en jezelf kennen (I): Jezus’ hart stelen

De goede moordenaar stal met één enkel woord het hart van Christus en opende zo de poorten van de hemel. Zo is het gebed: een woord dat Jezus’ hart steelt en waardoor wij vanaf dat moment samen met Hem kunnen leven.

Buiten de muren van Jerusalem werden kort na de middag op de Calvarieberg drie mannen gekruisigd. Het was de eerste Goede Vrijdag in de geschiedenis. Twee van hen waren moordenaars; de derde daarentegen was de enige mens die absoluut onschuldig was: de Zoon van God. Een van de twee anderen begon ondanks zijn intense lijden en lichamelijke uitputting toch een heel kort gesprek met Christus. Zijn woorden vol nederigheid – “denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt” (Lc 23,42) – verdienden dat de mens geworden God zelf hem verzekerde dat hij over een paar uur in het paradijs zou zijn. De heilige Jozefmaria werd vaak ontroerd door de houding van die goede moordenaar die “met één woord het Hart van Christus wist te stelen en zovoor zichzelf de hemelpoortopende”.[1] Misschien is dít de definitie van het gebed: een woord dat Jezus’ hart steelt en ons dan samen met Hem laat leven.

Twee dialogen aan het kruis

Ook wij verlangen dat ons gebed, zoals dat van de goede moordenaar, die volgens de traditie Dimas heette, vruchtbaar is. Wij dromen er graag over hoe het gesprek met God ons leven kan veranderen. Iemands hart stelen is het veroveren, verliefd en enthousiast maken. We stelen het, omdat we het niet verdienen zo veel genegenheid te krijgen. Men rooft wat geen eigendom of bezit is, maar wat men wil bezitten. Het gebed is gebaseerd op zoiets eenvoudigs – hoewel dat niet weinig is – als het leren aannemen van zo’n geschenk in ons hart, waarin Jezus, die nooit zijn geschenken, zijn genade of zijn liefde oplegt, bij ons is.

Naast Dimas hing zijn metgezel in het lijden ook aan een kruis op Calvarie. Het verwijt dat deze tot Jezus richt is wel heel verschillend: “zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons” (Lc 23,39). Dat zijn ijskoude woorden. Wat is het verschil tussen die twee dialogen? Ze praatten allebei met Jezus, maar alleen Dimas aanvaardde wat de Meester als geschenk voor hem bereid had. Hij sloeg zijn laatste en beste slag: het verzoek dat Christus tenminste aan hem zou denken. Zijn metgezel daarentegen opende niet nederig zijn hart voor degene die hem van zijn verleden wilde bevrijden en hem een ongekende schat wilde aanbieden. Hij eiste zijn recht op om gehoord en gered te worden; hij maakte zich kwaad omdat hij Jezus naïef vond en verweet hem ook zijn ogenschijnlijke passiviteit. Misschien had hij altijd zo gestolen: in de overtuiging dat hij alleen maar terugnam wat hem toebehoorde. Dimas van zijn kant wist dat hij niets verdiende en die houding wist de bron van Gods liefde te openen. Hij kon God erkennen als wie Hij werkelijk is: een Vader die zich aan ieder van zijn kinderen geeft.

TWEE MOORDENAARS NAAST JEZUS. TWEE TEGENGESTELDE HOUDINGEN EN VERZOEKEN. SLECHTS ÉÉN IS BLIJ MET GODS GESCHENK

Aan de hand van deze twee mogelijke dialogen die we in het Evangelie vinden kunnen we begrijpen dat de Heer om ons gelukkig te maken rekening houdt met onze vrijheid. En ook dat het niet altijd makkelijk is ons te laten liefhebben. Het gebed kan een prachtig middel zijn om te ontdekken wat Jezus voelt, denkt en wil. Het goddelijk leven in ons is een geschenk. In dat opzicht is het gebed een kanaal waardoor de stortvloed van liefde die God ons wil geven vloeit. Misschien kan het gebed gedefinieerd worden als: een woord dat Jezus' hart steelt en ons vanaf nu met hem laat leven.

Om de poorten van de hemel te openen

De heilige Jozefmaria herinnerde ons er altijd aan dat God “het risico van onze vrijheid heeft willen lopen”.[2] Een goede manier om Hem daarvoor dankbaar te zijn zou kunnen zijn ons voor zijn vrijheid open te stellen. We zouden zelfs kunnen zeggen dat we in dit tweede geval geen enkel risico lopen; er zou alleen een schijn van gevaar kunnen zijn, want we hebben alles te winnen: de garantie van zijn belofte bestaat in een paar spijkers die branden van liefde voor ons. Als we de dingen vanuit dit oogpunt bekijken, begrijpen we hoe absurd het kan zijn om weerstand te bieden aan Gods wil, hoewel we er al snel achter komen dat het ons vaak overkomt. Wat er gebeurt is dat “wij thans in een spiegel zien, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht. Thans ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben” (I Kor 13,12). De heilige Paulus zegt het ons: om onszelf te kennen is er geen betere manier dan vanuit Christus naar onszelf te kijken, ons leven door zijn ogen te beschouwen.

Dimas begrijpt dit en is niet bang voor de enorme kloof tussen de goedheid van Jezus en zijn eigen zonden. Hij herkent de koning van de wereld in het vernederde en misvormde gelaat van Christus; in ogen die hem vol tederheid aankijken, hem in zijn waardigheid herstellen en hem er op een vreemde manier aan herinneren dat hij boven alles geliefd is. Het is waar dat de gelukkige afloop van de geschiedenis van de goede moordenaar te gemakkelijk lijkt. We zullen echter nooit het drama kennen van de bekering die zijn hart op dat moment doormaakte, noch de voorbereiding die dit zeker mogelijk had gemaakt.

Ons openstellen voor zoveel genegenheid is net als de ontdekking dat het gebed een gave is, een bevoorrecht kanaal om de genegenheid te ontvangen van een hart dat geen maat of berekeningen kent. We krijgen het geschenk van een ander leven, een leven dat voller, bevredigender, veel gelukkiger en betekenisvoller is. Zo zegt paus Franciscus het: “Door te bidden geven we Hem vrij spel, geven we Hem de ruimte om te handelen, zodat Hij kan meedoen en kan winnen.”[3] Het is God die ons zal omvormen, het is God zelf die met ons mee op weg gaat, Hij is degene die alles zal doen; wij hoeven Hem alleen maar vrij spel te geven. Dit is het punt waarop onze vrijheid mee gaat spelen, die Christus juist op dat kruis voor ons heeft gewonnen. Het gebed helpt ons te begrijpen dat “wanneer Hij ons om iets vraagt, Hij ons in feite een geschenk aanbiedt. Niet wij zijn het die Hem een gunst bewijzen: het is God die ons leven verlicht door het betekenisvol te maken”.[4] Dat is precies waarmee we zijn hart stelen: de open deur van ons leven die met zich laat doen, zich laat beminnen, omvormen, die ernaar verlangt te beantwoorden, ook al weet hij niet goed hoe dat moet. “Ervaart het en ziet: mild is de Heer, gelukzalig de mens die bij Hem schuilt” (Ps 34,9). Deze paar woorden zijn de samenvatting van de weg die ons ertoe brengt zielen van gebed te zijn, “want als we niet weten wat we ontvangen, wordt de liefde niet in ons opgewekt”.[5] Wanneer was de laatste keer dat we de Heer hebben gezegd hoe goed Hij is? Hoe vaak staan we stil bij de beschouwing van zijn goedheid en smaken we die?

Daarom is de verwondering een wezenlijk deel van ons gebedsleven: verbazing over een wonder dat niet binnen onze maatstaven valt. Dat brengt ons ertoe vaak te herhalen: “Hoe groot bent U, hoe schitterend en hoe goed! En ik, hoe dwaas ben ik, die dacht U te begrijpen. Hoe klein zou U zijn, als U in mijn hoofd zou passen! U past in mijn hart en dat is geen kleinigheid.”[6] God loven plaatst ons in de waarheid van onze relatie met Christus, verlicht de last van onze zorgen en opent perspectieven die we daarvóór niet hadden voorzien. Het zijn de gevolgen van het feit dat we het risico hebben gelopen ons over te geven aan de vrijheid van God.

Oneindig veel manieren om te bidden

Toen de heilige Jozefmaria in Mexico was, wilde hij in een van de bijeenkomsten die hij daar had een anekdote vertellen. Hij zei dat een kind van hem, filosoof van beroep, onverwacht de opdracht had ontvangen om voor de zaken van zijn familie te zorgen: “Toen hij me over zaken sprak, keek ik naar hem, begon te lachen en zei: ‘Zaken? Stop het geld dat jij verdient, maar hierin, in de holte van mijn hand, want ik heb plaats genoeg’. De jaren gingen voorbij en ik ontmoette hem weer en zei hem: ‘Hier is mijn hand. Heb ik je niet gezegd dat je je winst hierin zou leggen?’ En hij stond op en kuste me ten aanschouwen van iedereen de hand. En hij zei: ‘hier is het’. Ik gaf hem een omhelzing en zei hem: ‘je hebt me in overvloed betaald. Moge God je zegenen!’.”[7]

CHRISTUS IS DE BESTE SPIEGEL OM IN TE KIJKEN EN ONSZELF TE LEREN KENNEN

In het gebed mogen wij best de hand van God kussen; Hem onze genegenheid geven als de enige schat, aangezien we niets anders hebben. Voor sommige mensen zal een gebaar als dit, gericht tot de Heer, voldoende zijn om hen in een gebed van gevoelens en voornemens in vuur en vlam te zetten. Ze vinden een blik veel expressiever dan duizend woorden. Ze willen alles aanraken wat met God te maken heeft. Ze zouden genieten als ze tijdens die ontmoeting met de Heer de bries van het Meer van Galilea zouden voelen. Hun zintuigen worden aangesproken en de nabijheid van Jezus maakt die gewaarwordingen mogelijk, die het hart vervullen van vrede en vreugde. Die vreugde moet onmiddellijk worden gedeeld en hun zending wordt het, hun armen zoals Christus wijd te openen om de hele wereld samen met Hem te omhelzen en te redden.

Maar er zijn oneindig veel manieren om te bidden, evenveel als er mensen zijn. Anderen willen bijvoorbeeld gewoon wat troostende woorden horen. Jezus is niet karig met woorden van bewondering voor hen die ze nodig hebben: "Daar heb je een echte Israëliet, in wie geen bedrog is" (Joh. 1,47). Hij zal ze ons zeggen als wij ons hart openstellen. Niemand heeft ooit woorden van liefde gesproken zoals Hij. En niemand heeft ze ooit met zoveel gratie en waarheid gezegd. Als we ernaar luisteren, gaan onze ogen zien zoals Hij ziet, met een blik vol liefde Zo leren we met God te kijken. Zo ontdekken we wat iedere vriend zou doen als hij zich laat leiden door de genade.

Er zijn ook mensen die het leuk vinden om anderen te dienen, zoals Martha, die in Bethanië woonde en met de Heer bevriend was. Het evangelie vertelt ons dat toen Hij daar op bezoek was, Jezus niet tegen Martha zei dat ze moest gaan zitten, maar Hij nodigde haar uit om het enige wat nodig is te ontdekken (vgl. Lc. 10,42) in wat zij aan het doen was. Mensen als Martha worden waarschijnlijk getroost door in hun gebed te denken dat God door middel van hen werkt om veel zielen naar de hemel te brengen. Ze vullen hun gebed graag met gezichten en namen van concrete mensen. Ze hebben de overtuiging nodig dat ze met alles wat ze doen medeverlossers zijn. In feite, als Maria in staat was om ‘het beste deel’ te kiezen, dan is dat juist omdat Martha aan het bedienen was; voor haar was het genoeg te weten dat de mensen om haar heen gelukkig waren.

Andere mensen daarentegen zijn meer geneigd tot kleine details, tot geschenken, ook al zijn ze van weinig waarde. Het is de uiting van een hart dat steeds aan de anderen denkt en in het leven altijd iets vindt dat te maken heeft met hun geliefden. Het kan zijn dat het hen helpt om alle gaven die God in hun leven heeft gezaaid te ontdekken. “Juist omdat het gebed zich voedt met de gave van God die zich in ons leven uitstort, zou het altijd rijk aan herinnering moeten zijn.”[8] Ze kunnen het ook leuk vinden God met duizend kleine details te verrassen. De verrassingsfactor is voor hen erg belangrijk, en het is niet zo moeilijk om af te stemmen op wat de Heer interesseert. Hoewel het een mysterie is, vult zelfs het kleinste ding Hem met dankbaarheid en doet zijn ogen stralen. Elke ziel die we proberen dichter bij zijn liefde te brengen steelt opnieuw zijn hart, zoals Dimas in zijn laatste momenten.

ER ZIJN ONEINDIG VEEL MANIEREN OM TE BIDDEN, NET ZO VEEL ALS ER PERSONEN ZIJN

Zonder alle mogelijkheden in de voorafgaande schema’s op te willen sluiten, zijn er ook zielen die het nodig hebben tijd door te brengen met degenen die ze liefhebben. Ze willen bijvoorbeeld graag Jezus troosten. Alle tijd die gebruikt wordt met degene die ze liefhebben lijkt weinig voor hen. Om de goddelijke liefde te merken, kan het voor hen nuttig zijn om te denken aan Nikodemus die door Jezus een hele nacht lang werd ontvangen, in de intimiteit van een huis dat heel geschikt was voor vertrouwelijke gesprekken. Juist door die tijd die Nikodemus samen met Jezus had doorgebracht zal hij in staat zijn om op de moeilijkste momenten voor Jezus op te komen en dicht bij Hem te zijn, wanneer de anderen vol angst zijn. Soms denken we dat onszelf kennen hetzelfde is als onze fouten kennen: dat is waar, maar het is niet de hele waarheid. Ons hart en onze verlangens diepgaand kennen is de sleutel om naar God te kunnen luisteren, om ons met zijn liefde te laten vullen.

Het gesprek tussen Jezus en de goede moordenaar was kort maar intens. Dimas had een kier in dat grote onschuldige hart van Christus ontdekt: een makkelijke manier om er binnen te komen. De wil van God, zo vaak duister en smartelijk, werd en wordt verlicht door zijn nederige verzoek. Jezus’ enige wens is dat we gelukkig zijn, heel gelukkig, de gelukkigste mensen ter wereld. De goede moordenaar glipte door die kier en ontving de grootste schat. De allerheiligste maagd Maria was er getuige van hoe Dimas haar zoon verdedigde. Misschien vroeg ze Jezus met een blik om hem te redden. En Christus, die zijn moeder niets kan weigeren, zei: “Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs” (Lc 23,43).

Diego Zalbidea


[1] H. Jozefmaria, Kruisweg, 12e statie, nr. 4.

[2] H. Jozefmaria, Christus komt langs, nr. 113.

[3] Paus Franciscus, Christus vivit, nr. 155.

[4] F. Ocáriz, Luz para ver, fuerza para querer, in ABC (krant) 18-9-2018.

[5] H. Theresia van Avila, Leven 10, 3.

[6] H. Jozefmaria, Aantekeningen van zijn prediking, 9-6-1974.

[7] H. Jozefmaria, Aantekeningen van een familiebijeenkomst, 27-11-1972.