Drie roepingen in één

Een interview met Albert-Jan die vier jaar geleden katholiek is geworden na evangelisch-protestants te zijn opgegroeid. Na zijn ‘roeping’ tot de Katholieke Kerk, vond hij ook nog twee andere roepingen. Kan dat? “Jazeker!”

Echte verandering in je gewone leven

Op een zonnige zondagmiddag had ik met Albert-Jan afgesproken bij studentenhuis Lepelenburg in Utrecht waar hij woont. Toen ik aankwam, zong hij met een huisgenoot een liedje op het dakterras en speelde hij mondharmonica. Het terras was vol met studenten.

Waarom was hij ongeveer vier jaar geleden katholiek geworden? In plaats van argumenten te geven, vertelde hij over zijn leven. Hij groeide evangelisch (protestants) op en zijn ouders hadden hem leren houden van Jezus. Vóór Lepelenburg woonde hij met twee vrienden in een huis. Alle drie waren ze lid van een christelijke studentenvereniging The Navigators. Alles om hem heen was christelijk, maar toch voelde het of hij vast zat. “Ik geloofde en ik moest er iets mee.” Het leek voor hem alsof iedereen om hem heen vast zat. Men ging op zondag naar de kerk, maakte een voornemen voor de week, maar hij vroeg zich af: “is dit alles wat God biedt en vraagt?”

“Was er dan geen verandering mogelijk door het boerenverstand te gebruiken? Kon men niet heilig worden in een normaal leven?”

Mensen om hem heen zeiden Jezus te willen volgen, maar niemand leek er toe in staat het leven te veranderen. Als er wel iets veranderde was dat meestal na een charismatische openbaring, waarbij levens extreem veranderden, soms was dat maar voor korte duur of kregen ze zelfs een afkeer van geloof. “Was er dan geen verandering mogelijk door het boerenverstand te gebruiken? Kon men niet heilig worden in een normaal leven?”

Roeping begint met onrust

“Roeping? Dat is dat je onrust ervaart, je hebt vragen…en je gaat er iets mee doen.” Dat zei Albert-Jan tegen me. Hij had zijn huisgenoten verteld dat hij uit het studentenhuis wilde weg gaan, maar hij wist nog niet waar naartoe. Hij voelde dat hij niet op de juiste plek zat.

Een week later gebeurde iets bijzonders. Hij ging met een vriend mee naar een huisavond van Lepelenburg. Hij was enthousiast over de mensen die er woonden en het bleek dat hij er ook kon wonen. In dit huis werden zijn vragen beantwoord.

“Als de ene groep de kinderdoop heeft en de andere groep de volwassendoop en ze zeggen allebei dat ze onder de leiding van de heilige Geest staan, dan moet iemand het mis hebben. Hoe zit dat nou?” In Lepelenburg kon hij hierover praten. Hij ontdekte dat de Katholieke Kerk antwoorden had en hij vertrouwde deze antwoorden meer dan zijn eigen ideeën. Hij besefte dat hij moest vertrouwen en bovenal dat hij ook kon vertrouwen. Hij houdt er dan ook van dat de Katholieke Kerk duidelijk maakt hoe het zit met geloofszaken en van zichzelf kan zeggen: wij zijn de kerk die Christus heeft gesticht. “Dit is voor veel mensen moeilijk te accepteren, vooral omdat ze een te hoge pet op hebben van hun eigen inschattingsvermogen of mening.”

Pak de grote levensvragen aan!

“Waarom besta je? Waarvoor leef je? Wat is je roeping?” Hij merkte dat veel mensen een onrust hebben die van God komt, in zijn ogen is dat al een vorm van roeping. Ze ervaren dit maar zijn niet altijd dapper genoeg om te zeggen: “ik pak die belangrijke levensvragen headfirst aan.”

Een huisgenoot als Jezus

Zijn leven lang zat hij in christelijke kringen, maar in Lepelenburg trof hij mensen, van wie hij kon zeggen dat ze leken op Jezus. Vooral een van zijn huisgenoten, een man die 50 jaar ouder was dan hij. Altijd als Albert-Jan naar de huiskapel ging, was deze man aan het bidden. Zijn conclusie? “Als het zo werkt, dan moet ik deze man na doen.”

Ik besefte dat God Albert-Jan in eerste instantie riep om Jezus te zoeken, en toen hij Jezus (in iemand anders) had gevonden werd hij geroepen om meer te bidden! Hij had goede voorbeelden om zich heen. Hij kan zich goed voorstellen dat dit lastig is voor iemand die ‘gewoon’ katholiek opgroeit. “Als je nooit leert houden van Jezus en je leert niet van de Mis te houden . . . dan word je ook niet pats-boem katholiek. Je hebt namelijk geen gevoel van ‘Ik houd van hem en ik wil daar iets mee.’

“Ik kan er wel een uur over vertellen, maar kort gezegd is de Eucharistie voor mij het bewijs dat God genadig en heilig is.”

Geroepen door de Eucharistie

Hij had in het begin aan God beloofd om elke dag vijf minuten bij Hem zou doorbrengen. Trouw, zo had hij geleerd, was hierbij belangrijker dan zin hebben of niet. Hij gebruikte in het begin een boek van de heilige Jozefmaria getiteld De Weg. Zijn hele gebedsleven, momenten en duur werden steeds meer. Maar waarom dan katholiek? Hij keek me aan en ik ontdekte een grote vreugde in zijn ogen, maar hij bleef serieus. Naast het gebedsleven ging hij steeds vaker naar de Mis en hij sprak regelmatig met een vast iemand over zijn innerlijk leven. “Ik geloofde in de Eucharistie! Ik kan er wel een uur over vertellen, maar kortgezegd is de Eucharistie voor mij het bewijs dat God genadig en heilig is. Ik mag niet bij hem komen omdat hij zo heilig is, Schepper van hemel en aarde, terwijl ik maar een zucht in de wind ben, en toch, toch mag ik Hem ontvangen. En sinds het begin van de Kerk bestond dit al. Dat is wel iets anders dan lofprijzing alleen. Dit is intiem samenzijn met Jezus.”

Na zeven maanden in Lepelenburg werd hij katholiek, zijn doop in de evangelische gemeente was geldig, dus hij deed toen vormsel en eerste communie. Van nu af ging hij net als een groot deel van zijn huisgenoten dagelijks naar de Mis.

Roeping tot het huwelijk

Hij had over het huwelijk en celibaat nagedacht en gebeden. Energiek sprak hij over de toekomst. “Mijn roeping is om papa te worden en veel kinderen op te voeden!” Hij werd even stil, hij zag het voor zich wat dat zou betekenen. “Hard werken? Ja! Maar …voor je gezin en kids!” Hij is geroepen tot het huwelijk en heeft een vriendin, waardoor hij zich in deze weg bevestigd voelt.

“Het was een hele logische stap, want alles wat daarbij hoorde deed ik al zonder van het Opus Dei te zijn. Het voelde voor mij als familie. Opus Dei is super mooi en ik ben elke dag heel dankbaar.”

Roeping tot het Opus Dei

“Het was een hele logische stap, want alles wat daarbij hoorde deed ik al zonder van het Opus Dei te zijn. Het voelde voor mij als familie. Opus Dei is super mooi en ik ben elke dag heel dankbaar.” Zo heeft Albert-Jan een bovennatuurlijke familie. Dit merkte hij vooral in het buitenland, met andere mensen van het Opus Dei. “Het zijn mensen die midden in de wereld staan, ze spreken over het gewone leven.” Want daarin ontdekken ze immers Gods aanwezigheid.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het tijdschrift Omega, een uitgave van de Werkgroep Katholieke Jongeren.

Elie Hage

Omega 2018/2