De heilige Josemaría gehuldigd in Banneux

Op zaterdag 5 september heeft de bisschop van Luik, Mgr. Jean-Pierre Delville, een zuil ingezegend opgericht ter ere van de stichter van het Opus Dei, de heilige Josemaría Escrivá de Balaguer, in het park van het heiligdom van de Maagd der Armen te Banneux.

Er waren meer dan 200 aanwezigen. Onder hen Eerwaarde Heer Etienne Montero, de regionaal vicaris van de Prelatuur van het Opus Dei voor België en het Groothertogdom Luxemburg. Ook kanunnik Erik de Beukelaer, vicaris-generaal van het bisdom Luik, en Eerwaarde Heer Leo Palm, de rector van het heiligdom, waren tegenwoordig.

Het project kwam er op initiatief van een groep personen uit het Luikse. De voorzitter van het promotiecomité Roger Braem opende de ceremonie feestelijk met enkele welkomstwoorden, waarin hij zei “bijzonder dankbaar te zijn voor de invloed die de heilige Josemaría gehad heeft in het leven van velen onder ons door zijn prediking en door het voorbeeld van zijn heilig leven”.

Daarna bedankte Eerwaarde Heer Montero het promotiecomité. Hij lichtte ook de figuur van de heilige Josemaría toe, zijn reizen doorheen de wereld waarbij hij altijd de Maagd Maria ging vereren in de talrijke heiligdommen die haar zijn toegewijd. De regionaal Vicaris herinnerde eraan dat de heilige Josemaría niet wilde dat men hem zou nadoen, op een uitzondering na: “indien jullie me zouden moeten nadoen in iets, laat het dan zijn in mijn liefde voor Onze-Lieve-Vrouw”, zei hij. Hij verwees ook naar de verschillende bezoeken van de stichter van het Opus Dei aan België, in de jaren 50.

Na de woorddienst sprak Mgr. Delville een homilie uit over het evangelie van de wonderbare visvangst. Hij begon met een herinnering aan de woorden van de heilige Josemaría, in 1930 neergeschreven, in het prille begin van het bestaan van het Opus Dei: “Wij zijn gekomen om te zeggen, met de nederigheid van wie zich een zondaar en weinig zaaks weet – homo peccator sum (Lc 5, 8), zeggen wij met Petrus – , maar met het geloof van wie zich door Gods hand laat leiden, dat de heiligheid niet enkel voor geprivilegieerden is: dat de Heer ons allen roept, dat hij van allen Liefde verwacht, van allen, waar ze zich ook bevinden, van allen, wat hun staat, hun beroep of hun ambacht is”.

De bisschop van Luik onderstreepte dat het ambt van Petrus een apostolische zending is geworden: “Het is vandaag ook ons apostolaat: op de weg naar de heiligheid mensen van overal en van alle omstandigheden verzamelen”. Verwijzend naar de inzet van de heilige Josemaría voor de armen en de zieken, in het begin van zijn roeping in Madrid, en het feit dat hij dadelijk aansloot bij de school van Maria, onderlijnde Mgr. Delville dat “hij hier echt op zijn plaats is in Banneux, in dit heiligdom van de Maagd der armen, waar getuigenissen van heiligheid uit alle landen verenigd zijn. Dit als antwoord op het woord van Maria: Deze bron is voorbehouden aan alle naties!”

Mgr. Delville ging dan over tot de inwijding van het monument. Dit bestaat uit een zevenhoekige kolom van 2,30 m hoog en 1 m doormeter met een bas-reliëf van de heilige Josemaría en opschriften in het Latijn, Frans, Nederlands, Duits en Engels. Deze geven een korte voorstelling van de heilige, een heel bekende zin uit één van zijn homilieën (“Op de lijn van de horizon, mijn kinderen, lijkt het of de hemel en de aarde elkaar raken. Maar neen, daar waar ze zich in werkelijkheid verenigen is in jullie harten, wanneer jullie het gewone dagelijkse leven op een heilige wijze leven”) en een schietgebed dat hij vaak herhaalde: “Omnes cum Petro, ad Iesum, per Mariam”, “Allen met Petrus, naar Jezus, door Maria”.

De aanwezigen konden daarna deelnemen aan de eucharistie opgedragen door de bisschop, omringd door de andere aanwezige priesters.