Brief van de prelaat (juni 2009)

De liturgische feestdagen in de maand juni vormen de rode draad in de maandelijkse brief van de prelaat. Hierin stimuleert hij ons in het dagelijkse leven dichter tot God te groeien.

Geliefden: Jezus beware mijn dochters en zonen!

Gisteren hebben we het hoogfeest van Pinksteren gevierd dat dit jaar samenviel met het einde van de meimaand. Zoals bij het eerste Pinksterfeest heeft de Maagd Maria ons geholpen bij de voorbereiding op een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest. De gewone tijd door het jaar begint weer en we kunnen deze periode aangrijpen als een extra aansporing om het leven van iedere dag te heiligen. Daarin zijn uren van werken en een veelheid van relaties die het gezin en de samenleving met zich meebrengen, met elkaar verweven. Wat onze Vader ons leerde herhaalt zich: de uiterlijke omstandigheden van het werk veranderen niet, maar tegelijkertijd veranderen ze wel, door de nieuwe liefde waarmee we de dingen iedere dag weer doen.

In feite bepaalt het dagelijks leven op welk terrein we moeten strijden om ons – aangezet en gedragen door de genade – steeds meer te vereenzelvigen met Christus en zo betere kinderen van God te zijn. Ik wil dit feit omschrijven met een rake uitdrukking die de heilige Jozefmaria in een homilie opnam: als een christen de onbenulligste kleinigheid van elke dag met liefde doet, dan zal die kleinigheid met de grootheid van God gevuld worden. Dat is de reden waarom ik er steeds maar weer op hamer dat de christelijke roeping erin bestaat van het proza van elke dag een heldendicht te maken. Hemel en aarde lijken aan de horizon één te worden, maar in werkelijkheid gebeurt dat in jullie hart, als jullie het dagelijks leven op heilige wijze leiden... [Heilige Jozefmaria, Homilie De wereld hartstochtelijk liefhebben, 8-10-1967, in Gesprekken met Mgr. Escrivá, nr.116]. Het is alsof ik de echo van het woord “hamer” nog hoor door de kracht waarmee hij het uitsprak, want onze Vader was in zijn spreken en doen een groot pedagoog die wilde bereiken dat de geest die God in zijn ziel gelegd had bij ons goed ingeprent werd.

De dingen van iedere dag met liefde voor God en voor de anderen doen: daarin ligt het geheim van de heiligheid die God vraagt van de christenen die leven en werken in de aardse werkelijkheid. Dit programma is haalbaar want – zoals de Heilige Schrift ons leert – is het de Heer die het initiatief genomen heeft: wij hebben lief, omdat God ons het eerst heeft liefgehad [1 Joh. 4, 19]. Ik wil dit graag in herinnering brengen aan het begin van de maand juni waarin de liturgie – op veel en heel verschillende manieren – de liefde van God voor zijn schepselen laat zien. We hebben dit grondig overwogen bij het vieren van de belangrijkste mysteries van de geschiedenis van de verlossing: de Menswording, het Lijden en Sterven van Jezus Christus, zijn Verrijzenis en zijn glorievolle Hemelvaart. In de komende wekenschenkt de liturgie ons drie feesten die zijn te omschrijven als een ‘synthese’: de Allerheiligste Drie-eenheid, Sacramentsdag en, als laatste, het feest van het Heilig Hart van Jezus [Benedictus XVI, Homilie bij het hoogfeest van Sacramentsdag, 22-5-2008]. Deze dagen, die een grote betekenis hebben voor wie zich een kind van God weet, zijn als uitingen van de liefde van God voor de mensen en, in die zin, vormen ze een synthese van alle mysteries van de verlossing.

Op zondag, 7 juni, zullen we het hoogfeest van de Allerheiligste Drie-eenheid vieren. Op dit grote feest nodigt de Kerk ons uit om het Mysterie van de intieme natuur van de Ene God te beschouwen, die zich geleidelijk heeft willen openbaren door de profeten en zich in alle volheid openbaarde in Jezus Christus. Al in het Oude Testament, in aanwezigheid van Mozes op de berg Sinaï, liet Hij zich kennen als de barmhartige en medelijdende God, groot in liefde en trouw [Ex. 34, 6]. Deze uitspraak was een eerste expliciete uiting van de rijkdommen die liggen in de naam Jahweh, die eerder aan Mozes geopenbaard was [vgl. Ex 3, 14]. Tegelijkertijd bleef deze onuitsprekelijke Naam verhuld door de sluier van het mysterie. Pas in het Nieuwe Testament is het intieme leven van God duidelijker gemaakt. De heilige Johannes, de leerling die Jezus liefhad en die bij het Laatste Avondmaal met zijn hoofd tegen de borst van de Meester leunde, heeft – geïnspireerd door de Heilige Geest – geschreven dat de diepste identiteit van God in een enkel woord is samen te vatten: Liefde. Deus caritas est [1 Joh. 4, 8.16], God is Liefde. Zo zeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven [Joh. 3, 16].

Benedictus XVI merkt op dat deze naam, Liefde, duidelijk tot uitdrukking brengt dat de God van de Bijbel niet een één of andere monade is die met zichzelf ingenomen en in zichzelf opgesloten is. De God van de Bijbel daarentegen, is leven dat in contact wil treden; Hij is openheid en relatie. Woorden als “barmhartigheid”, “vol medelijden”, “rijk aan erbarmen”, spreken ons in het bijzonder over een relatie van een levenskrachtig Wezen dat zich wil aanbieden en iedere lacune en elk gebrek wil aanvullen, dat wil geven en vergeven, dat een stevige en blijvende band wil aangaan [Benedictus XVI, Homilie bij het feest van de Allerheiligste Drie-eenheid, 18-5-2008]. Aangezien Hij de Liefde bij uitstek is, is onze God geen solitair wezen, opgesloten in een transcendentale verte, aan wie de zorgen van de mensen vreemd zijn. In God bestaan drie Personen, zo verenigd en met elkaar verweven dat ze één enige God zijn. Deze openbaring van God werd volledig uiteengezet in het Nieuwe Testament, dankzij het woord van Christus. Jezus liet ons het gelaat van God zien, één wezen in drie Personen: God is liefde, de Vader is Liefde, de Zoon is Liefde, de Heilige Geest is Liefde [Benedictus XVI, Homilie bij het feest van de Allerheiligste Drie-eenheid, 18-5-2008].

Bij het openbaren van het mysterie van zijn intieme leven heeft God ons – om het zo uit te drukken – zijn gelaat laten zien, Hij heeft ons medegedeeld dat Hij ons als vrienden wil hebben, meer nog, dat Hij ons tot zijn kinderen wil maken, dat wij delen in zijn Leven. Om die redenen is het hoogfeest van de Allerheiligste Drie-eenheid de hoogste openbaring van de goddelijke Liefde. Vandaar dat de heilige Jozefmaria de christenen op het hart drukte moeite te doen om ieder van de goddelijke Personen te leren kennen en met hen om te gaan. Leer de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te prijzen. Leer een bijzondere devotie tot de Allerheiligste Drie-eenheid te hebben: ik geloof in God de Vader, ik geloof in God de Zoon, ik geloof in God de Heilige Geest: ik geloof in de Allerheiligste Drie-eenheid. Ik vertrouw op God de Vader, ik vertrouw op God de Zoon, ik vertrouw op God de Heilige Geest: ik vertrouw op de Allerheiligste Drie-eenheid. Ik houd van God de Vader, ik houd van God de Zoon, ik houd van God de Heilige Geest: ik houd van de Allerheiligste Drie-eenheid. Deze devotie is nodig als een bovennatuurlijke oefening die omgezet wordt in beroeringen van het hart, hoewel ze niet altijd in woorden wordt uitgedrukt [Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een meditatie, 3-12-1961].

Laten we eraan werken onze God op die manier te behandelen. Hoe streven we ernaar Hem in de loop van de dag aanwezig te hebben? Overwegen wij vaak dat wij zijn kinderen zijn? Zetten we ons ervoor in Jezus Christus, onze oudste Broer en ons Voorbeeld, te imiteren? Roepen wij in stilte de Heilige Geest aan, opdat Hij ons heiligt en ons vervult met apostolische ijver? Groeit onze vriendschap met de Heilige Geest?

Het hoogfeest van Sacramentsdag, op 11 juni (dat op sommige plaatsen verschoven wordt naar de volgende zondag, 14 juni), is er om deze diepe aspiraties van de christelijke ziel te sterken. Bij het analyseren van de verschillende momenten van deze liturgische viering vat de Heilige Vader de fundamentele betekenis ervan als volgt samen: Allereerst komen wij allen samen rond het altaar van de Heer om samen te zijn in zijn tegenwoordigheid; daarna volgt de processie, het optrekken met de Heer; en tenslottehet neerknielen voor de Heer, de aanbidding, die in de heilige Mis begint en tijdens de processie wordt voortgezet, maar die zijn hoogtepunt kent wanneer ter afsluiting de eucharistische zegen gegeven wordt, wanneer wij allen voor Diegene neerknielen die zich naar ons allen heeft neergebogen en zijn leven voor ons gegeven heeft [Benedictus XVI, Homilie op het hoogfeest van Sacramentsdag, 22-5-2008].

Benedictus XVI geeft in overweging een innerlijke route te volgen die niet alleen voor Sacramentsdag, maar voor heel ons leven kan gelden. Laten we niet verzwakken in ons besluit om Hem de komende weken met een groter doorzettingsvermogen te volgen, met een doeltreffende inspanning om de genade te benutten die dit hoogfeest voor onze ziel met zich meebrengt, met de animo om echt eucharistisch te zijn. De dagelijkse deelname aan het heilig Misoffer moet ons helpen opnieuw geestelijke energie op te doen waardoor we, in de loop van de dag, in toenemende mate vol vertrouwen een intieme omgang met de Allerheiligste Drie-eenheid hebben. De bezoeken aan het Allerheiligst Sacrament dat aanwezig is in het tabernakel van de kerken, zal ons helpen om de liefde voor God en voor de naaste levend en vibrerend te houden, wat tot uiting zal komen in aandacht voor onze naasten, misschien met kleine, maar concrete attenties: voor de personen van onze familie, onze collega’s, onze vrienden, de mensen waarmee we om een of andere reden te maken hebben. We weten dat onze Vader alle kracht haalde uit de heilige Mis, en als hij ziek was dan was de eerste overweging op de dag dat hij weer kon opstaan: “Ik kijk er naar uit de Mis te vieren!”, een houding die hij dagelijks activeerde.

Met het tabernakel als referentiepunt kunnen wij vooral de liefde voor God voeden, in een juiste beantwoording aan de liefde van God voor ons. We zullen zien dat het heel nuttig is de persoonlijke ervaring van de heilige Jozefmaria te overwegen, die – bij het meest absorberende werk – altijd in gedachten bij Jezus in het Allerheiligst Sacrament was. Hij zei: Als ik de kapel binnenkom schaam ik me er absoluut niet voor tegen de Heer te zeggen: Jezus, ik houd van U. En ik loof de Vader en de Zoon en de heilige Geest die, samen met de Allerheiligste Mensheid van Jezus, in de heilige Eucharistie aanwezig zijn, want waar één van de goddelijke Personen aanwezig is, daar is de Allerheiligste Drie-eenheid noodzakelijkerwijze ook aanwezig. En ik werp een liefdevol woordzo: ik werp het toe zoals je een bloem toewerpt – naar mijn Moeder Maria. En ik groet de Engelen die het tabernakel bewaken met een waakzaamheid van liefde, van aanbidding, van eerherstel, waarbij ze de Heer in het Sacrament het hof maken. Ik dank hun ervoor dat zij daar dag en nacht aanwezig zijn, want ik kan dat alleen maar met het hart doen. Bedankt, heilige Engelen, dat jullie Jezus in de Eucharistie het hof maken en altijd bij Hem zijn! [Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een samenzijn, 6-1-1972].

Hier hoeft verder niets aan toegevoegd te worden: ik denk dat deze vertrouwelijke mededelingen van onze Vader in ieder van ons de honger, de ijver, het levendig verlangen aanwakkeren om onze omgang met Jezus in het sacrament te verbeteren.

Op deze manier komen we heel goed voorbereid aan bij het derde hoogfeest, het Heilig Hart van Jezus, waar de grootheid van de goddelijke Liefde op een sprekende manier voor ons tot uiting komt. De heilige Jozefmaria schreef: Als wij dus over het Hart van Jezus spreken, dan zien we daarin de zekerheid van de liefde van God en de werkelijkheid van zijn overgave voor ons [Heilige Jozefmaria, Als Christus nu langskomt, nr. 164]. Kon Hij ons nog een groter bewijs leveren dan ons zijn Hart te tonen dat met een lans doorstoken is, dat helemaal open staat, als een uitnodiging in Hem te rusten, in Hem onze toevlucht te zoeken op momenten van verdriet of vertwijfeling? Laten we Hem ook eerherstel brengen voor de zonden waardoor Hij beledigd is: die van ons en die van vele anderen die de grootheid niet erkennen van het offer dat hij voor iedere man en iedere vrouw, zonder uitzondering, heeft gebracht.

Op deze dag begint bovendien het Priesterlijk Jaar dat Benedictus XVI in de universele Kerk heeft uitgeroepen bij gelegenheid van de 150ste gedenkdag van het overlijden van de heilige Pastoor van Ars. Laten we proberen zoveel mogelijk mensen aan te moedigen – te beginnen bij de gelovigen van de Prelatuur en allen aan wie hun apostolaat ten goede komt – om in de voorste linie te staan, samen met de Paus en de bisschoppen, en ervoor bidden dat het in de Kerk niet ontbreekt aan vele en heilige priesters.

Op 29 juni, het hoogfeest van de heilige Apostelen Petrus en Paulus, wordt het Paulusjaar afgesloten. In de loop van deze maanden hebben we, door het leven en het onderricht van de apostel van de heidenen te overwegen, geleerd meer van Onze Heer te houden; en deze liefde spreekt ons van de wortel van de echte vrijheid. Saulus leerde deze op weg naar Damascus, toen hij Jezus Christus in zijn glorie zag. Vanaf dat moment, spreekt en handelt hij gedreven door de verantwoordelijkheid van de liefde [Benedictus XVI, Homilie bij de opening van het Paulusjaar, 28-6-2008]: hij voelt zich boven alles vrij, met de vrijheid van de liefde. In diezelfde geest - legt de Paus uit – formuleerde de heilige Augustinus een zin die later beroemd werd: “Dilige et quod vis fac”(Tract. in Joh.7, 7-8), “Heb lief en doe wat je wil.” Wie Christus liefheeft zoals de heilige Paulus deed, kan echt doen wat hij wil, want zijn liefde is verenigd met de wil van Christus en, op die manier, met de wil van God [Benedictus XVI, Homilie bij de opening van het Paulusjaar, 28-6-2008].

Ik zal niet blijven stilstaan bij andere feesten en gedenkdagen in deze maand: het Onbevlekt Hart van Maria, de gedenkdag van de wijding van de eerste priesters van het Werk, het liturgisch feest van de heilige Jozefmaria… Elke van deze data kan en moet, op zijn eigen wijze, een nieuwe impuls betekenen om onze overgave aan God en aan de anderen om God, en onze apostolische ijver met concrete feiten te versterken.

Blijf bidden voor al mijn intenties; in het bijzonder voor het begin van het duurzame werk van de Prelatuur in Indonesië, Roemenië en Korea.

Met alle liefde zegent jullie,

                     jullie Vader

                     + Javier

Rome, 1 juni 2009