Brief van de prelaat (januari 2015)

"Jezus, Maria en Jozef, moge ik altijd bij jullie Drieën zijn," aldus de prelaat met de woorden van de heilige Jozefmaria in zijn eerste maandelijkse brief van 2015. Hierin schrijft hij in het bijzonder over het zojuist begonnen Maria-jaar voor het gezin.

Mijn geliefde kinderen, moge Jezus jullie behoeden!

We leven nu in de Kersttijd en mét onze Vader zeg ik daarover: de gebeurtenissen rond de geboorte van de Zoon van God komen weer in onze herinnering. We kunnen in gedachten naar de stal van Bethlehem gaan en naar het huis in Nazareth. Meer dan ooit hebben Maria, Jozef en het Kindje een heel speciale plaats in ons hart. Wat heeft het eenvoudige en tegelijk wonderbare leven van de heilige Familie ons te zeggen? Wat kunnen we van hen leren?[1]

Deze woorden helpen ons in de sfeer te leven die eigen is aan zulke heilige feesten. We blijven steeds opnieuw zonder het moe te worden bij de geboorte van de Heer stilstaan. We zouden steeds dieper willen doordringen in dit prachtige mysterie, maar we schieten altijd te kort: de liefde van God voor de mensheid, voor iedereen van ons, is werkelijk niet te vatten. Daarom hebben wij voortdurend een houding van dankbaarheid jegens de Heer: Hij heeft zich verlaagd tot het niveau van onze armzalige mensheid om ons van onze ellende te bevrijden en tot kinderen van God te verheffen. Aan de vooravond van Kerstmis hebben we in het Collecta-gebed van de Mis gelezen: kom spoedig, Heer Jezus, en wacht niet langer. Verlicht de nood van allen die op uw liefde vertrouwen, door de vertroosting van uw komst.[2] En niets is logischer dan dat wij merken dat Hij ons, ieder van ons, antwoordt zoals Ananias Paulus antwoordt: quid moráris?[3],wat aarzelt gij dan nog? Laten wij Maria en Jozef vragen het vurige verlangen te hebben voortdurend met Christus te zijn, Hem te zoeken.

Vandaag, 1 januari, vieren wij het hoogfeest van de Moeder van God die de Heer ons tot onze eigen Moeder heeft gegeven. Zij is de weg die door God de Vader is gekozen opdat zijn eniggeboren Zoon door de overschaduwing van de Heilige Geest mens zou worden. Ook tot Maria is onze dankbaarheid gericht. Wij danken haar omdat zij met haar antwoord bij de Aankondiging en met haar sterke en stille aanwezigheid aan de voet van het Kruis voor ons de weg van het goddelijk kindschap heeft geopend. Met woorden van de heilige Jozefmaria zeggen wij haar: O, Moeder! Door dit woord van U: fiat, het geschiede, hebt U ons broeders van God gemaakt en erfgenamen van zijn heerlijkheid. – Wees geprezen![4]

Ik heb voor het Opus Dei een mariaal jaar ingesteld om met heel de Kerk te bidden voor de volgende gewone bisschoppensynode die over de roeping en de zending van het gezin in de Kerk en in de wereld zal gaan. Wij verlangen, en zo vragen we het op voorspraak van Maria vurig aan God, dat overal de onvervangbare waarde van deze fundamentele cel van de maatschappij opnieuw wordt ontdekt. Als de christelijke gezinnen het plan van God met hen erkennen en aanvaarden zal het kwaad dat de volken en naties teistert kunnen worden verholpen.

Toen de heilige Johannes Paulus II in de eerste weken van zijn pontificaat een groep gehuwden die deelnamen aan cursussen van gezinsoriëntatie ontving, zei hij hun: «De toekomst van de Kerk en van de mensheid wordt geboren en groeit in het gezin.»[5] Daarna zou hij bij ontelbare gelegenheden tijdens zijn lange en vruchtbare pontificaat dezelfde woorden op de een of andere manier herhalen. In de apostolische exhortatie Familiaris consortio, de vrucht van de bisschoppensynode van 1980, schreef hij: «In het plan van God de Schepper en Verlosser ontdekt het gezin niet alleen zijn "identiteit", dat wat het "is", maar ook zijn "zending", dat wat het kan en moet "doen". De taken die naar Gods wil in de loop van de geschiedenis door het gezin vervuld moeten worden, komen voort uit zijn wezen zelf en betekenen zijn dynamische en existentiële ontwikkeling.»[6] En hij besloot met een dringende oproep die nu met nog grotere kracht blijft doorklinken: «Gezin, "word" wat je "bent"!»[7]

Ieder moment is goed om dit gebed naar de hemel op te zenden, en met des te meer reden tijdens het Kerstfeest dat een duidelijk licht werpt op het goddelijk plan voor het menselijk geslacht. De engelen verkondigden de herders een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David.[8] Deze blijde boodschap is bestemd voor de hele mensheid. Sint Lucas vertelt het zonder opsmuk: Ze haastten zich erheen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag.[9] In het begin schiep God man en vrouw met dezelfde waardigheid, en zo heeft Hij het eerste mensengezin gevormd. En Hij heeft hun de opdracht gegeven over het materiële heelal te heersen en de aarde te bevolken.[10] Hierop is de instelling van het gezin gebaseerd. Maar de gebeurtenis in Bethlehem reikt veel verder: God zelf is, in zijn oneindige beminnelijkheid, in de schoot van een gezin Mens geworden en heeft zo getoond wat Hij wil voor een geordende ontwikkeling van de mensheid. Het gezin van Bethlehem staat zo model voor alle gezinnen op aarde.

In de eerste van zijn catecheses over dit thema zegt paus Franciscus dat de menswording van de Zoon van God een nieuw begin in de universele geschiedenis van man en vrouw vormt. En dit begin vindt plaats in de schoot van een gezin, in Nazareth. Jezus is geboren in een gezin. Hij had op een spectaculaire manier kunnen komen, als een strijder of een keizer… Nee, nee. Hij komt als een kind, in een gezin. Daarom is het belangrijk deze mooie scène bij de kribbe te beschouwen.[11]

Zoals de heilige Schrift zegt betekent de geboorte van Jezus het begin van de volheid der tijden (vgl. Gal.4, 4), het ogenblik dat God heeft gekozen om zijn liefde voor de mensen volledig te openbaren door ons zijn eigen Zoon te geven. Dit goddelijk besluit wordt in de meest gewone omstandigheden verwezenlijkt: we zien een vrouw die moeder wordt, een gezin, een huis. De almacht en de schittering van God bedienen zich van het menselijke, ze verenigen zich ermee. Sindsdien weten wij, christenen, dat we met Gods genade al het goede in ons leven kunnen en moeten heiligen. Iedere situatie, hoe onbeduidend en gewoon die ook lijkt, is een gelegenheid om Christus te ontmoeten en een stap voorwaarts te zetten op onze tocht naar de hemel.[12]

De huwelijksgemeenschap is vanaf het moment van de schepping van man en vrouw door God ingesteld, maar ongelukkigerwijze wordt ze nu op veel plaatsen verwaarloosd. Het gezin wordt erg mishandeld! Wat een felle aanval is op het scheppings- en heilsplan van God wil men als normale situaties voorstellen. In veel plaatsen en milieus wordt de instelling van het gezin verzwakt of men probeert het zelfs in iets heel anders te veranderen. En dat niet alleen van de kant van het volk, maar ook van de overheid door middel van wetten en beleidsmaatregelen. Ze hebben niet in de gaten – de duivel is heel handig in het verblinden van de intelligenties – dat door het begrip "gezin" uit te hollen een onmetelijke schade voor de samenleving wordt veroorzaakt.

Afgelopen zondag hebben we het feest van de heilige Familie gevierd. Die dag hebben wij, zoals elk jaar, de toewijding van onze ouders, zussen en broers aan de heilige Familie van Nazareth hernieuwd, zoals onze stichter voor deze dag heeft vastgesteld. En wij hebben onze verwanten en vrienden en iedereen die deelneemt aan het apostolaatswerk van de Prelatuur uitgenodigd zich met ons bij deze handeling te verenigen. Zoals altijd hebben wij voor alle christelijke gezinnen op aarde gebeden opdat ze zijn en leven volgens het goddelijk voorbeeld dat ons in Bethlehem en Nazareth wordt getoond.

Laten wij in dit Mariajaar in het bijzonder voor deze intentie bidden. Misschien kunnen we een of ander schietgebedje gebruiken dat ons helpt eraan te denken. Onze Vader bad vaak: Jezus, Maria en Jozef, moge ik altijd bij jullie Drieën zijn. We zullen er op aandringen dat alle gezinnen op aarde altijd goed beschermd worden door de heilige Familie van Nazareth.

Terwijl we dit gebed naar de hemel opzenden, kunnen we er ook de regering en allen die internationale instellingen leiden bij insluiten. Zij dragen de verantwoordelijkheid te waken voor de integriteit van deze basiscel van de maatschappij. Laten we ons tot God richten opdat de eenheid en onverbreekbaarheid van het huwelijk en zijn openstaan voor het leven verzekerd zijn, evenals het recht van de ouders om hun kinderen volgens hun geloof op te voeden, zodat de burgerwetten niet slechts de harmonische ontwikkeling van het gezin niet bemoeilijken, maar de vervulling van de doeleinden die God bij de schepping ervan heeft vastgesteld vergemakkelijken.

Er is een vastbesloten inspanning nodig in de nieuwe evangelisatie van de maatschappij, te beginnen bij ieder huisgezin. Ieder christelijk gezin kan – zoals Maria en Jozef hebben gedaan – allereerst Jezus opnemen, naar Hem luisteren, met Hem praten, Hem behoeden en beschermen, met Hem groeien; en zo de wereld beter maken.[13] In het eigen gezin moeten de deugden waaraan de liturgie ons in een van de lezingen van het feest van de heilige Familie herinnert bevorderd worden. Doet dan aan, als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander, als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid. En laat de vrede van Christus heersen in uw hart.[14]

Deze aanbevelingen verplichten alle leden: ouders, kinderen, broers en zussen en de overige familieleden. En al wordt de term "familie" meer specifiek gebruikt om de omgeving waar een persoon geboren wordt en opgroeit aan te geven, is het ons ook duidelijk dat de Kerk de familie van God op aarde is. En ook dit levende deel van de Kerk dat het Opus Dei is, is een familie. De heilige Jozefmaria heeft er altijd op gehamerd dat een onmetelijke verscheidenheid van mensen, met hun manieren van zijn en hun allerpersoonlijkste eigenschappen, op de een of andere manier tot het Werk kan behoren. Ik zeg het niet zomaar – heeft hij bij gelegenheid gezegd – wanneer ik het erover heb dat het Werk een goddelijke en menselijke familie is waarin het eraan toe gaat als in de natuurlijke families die de Heer overvloedig heeft gezegend, die veel kinderen hebben: sommige kinderen zijn groot, andere klein; sommige bruin, andere blond. (…) En bovendien hebben wij naast ons ook deze bloedverwanten van wie we veel houden: de medewerkers. (…) En vervolgens vele vrienden en collega's die op de een of andere manier aan onze familie deelhebben.[15]

Wij allen moeten ons inspannen om het leven voor de mensen met wie wij samenleven of die wij om de een of andere reden naast ons hebben aangenaam te maken. Laten we in ons hart en in onze dagen ruimte maken voor de Heer. Zo hebben ook Maria en Jozef het gedaan en dat was niet gemakkelijk: hoe veel moeilijkheden moesten ze overwinnen! Het was geen verzonnen gezin, het was geen onwerkelijk gezin. Het gezin van Nazareth verplicht ons de roeping en de zending van het gezin, van ieder gezin opnieuw te ontdekken.[16]

Laten we de Heer op voorspraak van Maria en Jozef smeken dat in de centra van het Werk, in de huizen van de overige gelovigen en medewerkers van de Prelatuur en in alle christelijke gezinnen het voorbeeld van het heilig Huisgezin weerspiegeld wordt. De beschouwing van Jezus, Maria en Jozef moet ons aansporen goed voor de anderen te zorgen, zoals zij dat hebben gedaan. We moeten dagelijks bidden en zorgen voor hun geestelijke en materiële behoeften, voor hun ontspanning, de orde en materiële inrichting van het huis, dat een afspiegeling hoort te zijn van het gezin van Nazareth. We mogen deze plichten nooit beschouwen als een last, maar als schitterende gelegenheden om te dienen.

In de schoot van het gezin van Nazareth was Jezus Christus getuige van veel details van fijngevoeligheid, van veel uitingen van genegenheid. Toen Hij zijn openbaar leven begon, kende men Hem door het gezin waar Hij uit kwam: Is dat niet de zoon van de timmerman? Heet zijn moeder niet Maria?[17] Wat zou het goed zijn als de mensen bij het zien van ons gedrag van trouwe navolgers van Christus zouden kunnen zeggen: het is te merken dat deze persoon het voorbeeld van Jezus navolgt, want hij bewaakt de sfeer van zijn huisgezin, want hij draagt die overal met zich mee, want hij tracht de anderen deelgenoot te maken van deze vreugde en vrede.

Op 9 Januari is het de verjaardag van de heilige Jozefmaria. Onze stichter heeft in Barbastro en Logroño veel details geleerd die eigen zijn aan een verenigd gezin; later heeft hij die aan ons doorgegeven. Wij zijn ook zijn ouders ervoor erkentelijk dat ze volgzame instrumenten van God zijn geweest voor de menselijke en bovennatuurlijke vorming van de heilige Jozefmaria.

Laten wij ons verenigen met de intenties van de paus, door ook te bidden voor de mannelijke en vrouwelijke kloosterlingen en de Godgewijde zielen, in dit jaar dat de Kerk aan hun wijdt. En laten we met een groot vertrouwen bij dit gebed onze toevlucht nemen tot de Allerheiligste Maagd Maria.

Laten we met andere woorden van onze stichter bidden dat in de gezinnen altijd de geest van de eerste tijden van het christendom blijft heersen: Kleine christelijke gemeenschappen die de boodschap van het evangelie uitstraalden. Gezinnen zoals vele andere in die tijd, maar bezield door een nieuwe geest die aanstekelijk werkte op hun omgeving. Dit waren de eerste christenen en wij, christenen van vandaag, moeten ook zo zijn: zaaiers van vrede en vreugde, van de vrede en de vreugde die Christus ons heeft gebracht.[18]

Een paar dagen geleden ben ik in Pamplona geweest en heb ik daar de zieken bezocht. Ook heb ik in de sporthal van de universiteit een bijeenkomst gehad met zo'n tweeënhalf duizend mensen. Ik moest denken aan de blik vol dankbaarheid die de heilige Jozefmaria op de Heer wierp. En in mijn ziel en mijn geest kwam de gedachte op dat wij, waar wij ons ook mogen bevinden, ons altijd thuis voelen, nauw met elkaar verenigd om God en de zielen te dienen.

Met alle genegenheid zegent jullie en vraagt jullie volharding in je gebed voor mijn intenties,

jullie Vader

+ Javier

Rome, 1 januari 2015


1. Heilige Jozefmaria, Christus komt langs, nr. 22.

2. Romeins missaal, 24 december, Collecta-gebed.

3. Hand. 22, 16.

4. Heilige Jozefmaria, De Weg, nr. 512.

5. Heilige Johannes Paulus II, Toespraak in een privé-audiëntie, 30-10-1978.

6. Heilige Johannes Paulus II, Apost. Exhortatie Familiaris consortio, 22-11-1981, nr. 17.

7. Ibid.

8. Lc. 2, 10-11.

9. Lc. 2, 16.

10. Vgl. Gen. 1, 26-28.

11. Paus Franciscus, Toespraak in de algemene audiëntie, 17-12-2014.

12. Heilige Jozefmaria, Christus komt langs, nr. 22.

13. Paus Franciscus, Toespraak in de algemene audiëntie, 17-12-2014.

14. Kol. 3, 12-15.

15. Heilige Jozefmaria, Aantekeningen van een meditatie, 5-3-1963.

16. Paus Franciscus, Toespraak in de algemene audiëntie, 17-12-2014.

17. Mt. 13, 55.

18. Heilige Jozefmaria, Christus komt langs, nr. 30.