Ster uit het Oosten, sta uw kinderen bij

In de kathedraal van Wenen is bij de beeltenis van de Maagd van Mariapócs in 2002 een gedenkteken ingehuldigd voor Jozefmaria Escrivá. De heilige is daar geweest om te bidden voor de vrijheid.

In 1676 wist een christen die door de Turken gevangen was genomen aan zijn bewakers te ontsnappen. Om de Maagd Maria voor zijn vrijheid te bedanken gaf hij de schilder Stefan Pap opdracht om een icoon te vervaardigen, die een plaats kreeg in de parochiekerk van Mariapócs te Hongarije.

Daar kwamen veel christenen van de Grieks-Latijnse ritus bidden. In 1696 zagen talrijke gelovigen de beeltenis wenen. Vanaf dat moment verbreidde de devotie tot de Maagd van Mariapócs zich in korte tijd over heel de streek. Zozeer zelfs, dat de icoon werd overgebracht naar de kathedraal van Wenen. Daar verblijft zij sindsdien. Het wonder van de tranen van de Maagd herhaalde zich verscheidene malen, maar niet meer bij de oorspronkelijke beeltenis, doch bij de kopieën die ter vervanging in de kerk van Mariapócs werden geplaatst.

“Heilige Maria, Ster uit het Oosten, sta uw kinderen bij.” Eeuwen later bad een pelgrim opnieuw tot de H. Maagd voor de bevrijding van zijn kinderen in de landen van het Oosten. Die pelgrim was Jozefmaria Escrivá, stichter van het Opus Dei. Thans heeft men bij gelegenheid van het eeuwfeest van zijn geboorte een gedenkteken in de kathedraal opgericht ter herinnering aan het doel van zijn bezoek en zijn intens gebed tot de Maagd van Mariapócs.

Toen de heilige Josemaría Wenen voor de eerste keer bezocht, lag de stad nog in de zone van de Sovjets na de Tweede Wereldoorlog. In december 1955 eindigden de tien jaren van bezetting en begon Oostenrijk opnieuw als zelfstandige Staat.

De heilige Josemaría Escrivá riep bij deze icoon de H. Maagd aan als “Morgenster”, “Ster uit het Oosten” en bad haar om de vrijheid van de volkeren en de Kerk. Aangezien Wenen de meest oostelijke wereldstad van de katholieke traditie was en onder het Sovjet-bewind had gestaan, had de stichter van het Opus Dei toen met name die christenen voor ogen die onderworpen waren aan het communisme in de zogenaamde “landen van het Oosten”.

Later verbreidde Jozefmaria Escrivá de devotie tot deze beeltenis onder de naam van “Ster uit het Oosten” in landen van het Verre Oosten, zoals Japan, de Filippijnen enz. De karaktertrekken van de icoon van Mariapócs hebben inderdaad iets oosters, want het gaat hier om een kunstwerk in de traditie van de Byzantijnse iconen.

Op 9 januari 2002 droeg de kardinaal van Wenen, Christoph Schönborn, een H. Mis op ter ere van de heilige Josemaría; na de viering werd het gedenkteken onthuld ter herinnering aan de devotie van de stichter van het Opus Dei tot Maria van Mariapócs. Het kathedraal kapittel en de kardinaal van Wenen keurden het initiatief om dit gedenkteken te plaatsen goed na het ontvangen van honderden getuigenissen waarin verhaald wordt hoe mensen uit de meest diverse landen de H. Maria leerden aanroepen als “Stella Orientis” en door de beeltenis van Mariapócs.

Tijdens de plechtigheid in de kathedraal werd bovendien voor de eerste maal het muziekstuk “Missa in honorem beati Josephmariae” van de jonge componist Nikolaus Schapfl te gehore gebracht.

De betekenis van de naam “Stella Orientis”

De icoon beantwoordt aan de “hodegetrische” traditie in de oosterse kerken: de H. Maagd wijst met haar rechterhand naar het Kind dat op haar linkerarm zit. Vanaf zijn ontstaan is de icoon een getuigenis van de bescherming van de Moeder Gods ten gunste van de christenen die aan godsdienstvervolging blootstaan. Dat is ook de betekenis waarmee de zalige Josemaría Escrivá ernaar begon te verwijzen onder de benaming “Stella Orientis”.

De plaatsing van het gedenkteken, dat deze devotie van de stichter van het Opus Dei in herinnering roept, wil daarom ook een bewijs van dankbaarheid zijn jegens de H. Maagd voor de vrijheid die de Kerk heeft herwonnen in de landen van Midden- en Oost-Europa, die onder communistische regimes stonden.