Marta Manzi over première film Roland Joffé

Op 25 maart gaat de film 'There Be Dragons' in Spanje in première, de Verenigde Staten volgen in mei. Een van de hoofdrolspelers in deze film, die grotendeels tijdens de Spaanse burgeroorlog speelt, is de heilige Jozefmaria Escrivá, stichter van het Opus Dei.

Marta Manzi werkt sinds 1992 als woordvoerder internationale media bij het Informatiebureau van het Opus Dei.

ZENIT had eerder een interview met regisseur Roland Joffé (regisseur van The Mission, The Killing Fields en City of Joy) en wilde ook de mening van het Opus Dei weten.

Daarom interviewden we Marta Manzi die sinds 1992 als woordvoerder internationale media bij het Informatiebureau van het Opus Dei werkt. Ze is moeder van zeven kinderen en docente antropologie aan de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis. Ze is geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen in de filmwereld en met een Italiaanse producer analyseert ze filmscenario’s.

Vond u “There Be Dragons” een goede film? Wat was uw eerste reactie op een film waarin de stichter van het Opus Dei een van de hoofdrolspelers is?

Marta Manzi: Ik heb veel geleerd van de heldere blik waarmee een cineast die zegt niet gelovig te zijn omgaat met zaken van het christelijke geloof en meer specifiek met het leven van de heilige Jozefmaria en het begin van het Opus Dei. Joffé laat op een artistiek verantwoorde manier een diepe spirituele realiteit zien.

Vanuit cinematografisch oogpunt denk ik dat het een film vol inhoud en rijk aan emoties is. Het script van Roland Joffé spreekt iedereen aan: via de parallel verlopende levens van Jozefmaria Escrivá (Charlie Cox) en Manolo Torres (Wes Bentley) pakt hij de aandacht en stelt hij vragen over onderwerpen als liefde, vaderschap, de mogelijkheid een wending aan je leven te geven en vooral over een thema dat volgens mij volkomen nieuw is in de hedendaagse fictie: vergeving. Er komt zoveel aan de orde dat je de film na afloop niet van je af kunt zetten.

Als woordvoerder van het Opus Dei denk ik: nu is het mijn beurt om het beeld aan te vullen en een directe kennis over de heilige en zijn boodschap te geven.

Hoe waarheidsgetrouw is het beeld dat Roland Joffé schetst van de heilige Jozefmaria?

Volgens mij schetst de film een overtuigend beeld van deze priester zoals ik hem heb leren kennen door zijn eerste boeken, zoals De Weg en De Heilige Rozenkrans. Met zijn artistieke benadering helpt Joffé mij op een nieuwe manier te kijken naar de boodschap die ik al veertig jaar in praktijk probeer te brengen.

Gaat het Opus Dei helpen bij de distributie van There Be Dragons?

Ik weet dat de producers de film vertonen voor bisschoppen, priesters en opinievormers en dat zij de film aan anderen aanbevelen. Zij hebben waardering voor de boodschap van de vernieuwende kracht van vergeven en voor het beeld dat hij van het priesterschap geeft. Vanzelfsprekend zagen ook leden van het Opus Dei deze film en mensen uit talrijke sociale en educatieve instellingen die inspiratie halen uit de boodschap van de heilige Jozefmaria. De overgrote meerderheid vond het een heel goede film en zij promoten deze met bijvoorbeeld presentaties, vertoningen en discussies over de film. Maar er zijn misschien ook leden van het Opus Dei die iets anders van de film verwachtten. Er zullen waarschijnlijk evenveel meningen zijn als er leden van het Opus Dei zijn.

Kunt u vanuit uw gezichtspunt bevestigen dat het gedeelte over de heilige Jozefmaria historisch gezien, klopt?

Het meeste wat over de heilige Jozefmaria naar voren komt zijn gebeurtenissen die zijn vastgelegd en dus kloppen. Sommige situaties en personen met wie hij omgaat, ontspruiten echter aan het brein van de regisseur en scenarioschrijver.

Het is niet eenvoudig om in een film van twee uur een volledig beeld van iemand neer te zetten en daarom moeten artistieke vrijheden genomen worden. Ik geef u een voorbeeld: de jonge Jozefmaria heeft de Joodse man Honorio (Derek Jacobi) niet op zijn sterfbed begeleid zoals in de film, maar wat wel goed gedocumenteerd is, is dat hij talrijke mensen in de ziekenhuizen van Madrid en omgeving op hun sterfbed begeleidde. Bovendien komen de woorden die de jonge priester tegen Honorio zegt overeen met de woorden die hij vaak tot joden richtte die hij ontmoette bij zijn catechesereizen in Midden en Zuid-Amerika: “ik houd veel van de joden – zei hij bijvoorbeeld – omdat ik zielsveel van Jezus Christus houd die ook een jood is”. Je merkt dat achter iedere scène uitgebreid onderzoek van de regisseur en scenarioschrijver schuilgaat.

Joffé zegt zelf dat hij geprobeerd heeft de ziel en het ethos van Jozefmaria weer te geven en niet zozeer de chronologische feiten ofschoon hij deze in grote lijnen volgt.

U hebt de stichter van het Opus Dei gekend. Wat voor herinneringen roept de rol van Charlie Cox als Jozefmaria bij u op?

Ik vind het indrukwekkend dat een Engelse acteur van 28 jaar me doet denken aan de persoon die ik eind jaren zestig heb leren kennen. Behalve de uiterlijke overeenkomsten zoals zijn manier van kijken of zijn glimlach, beeldt hij heel raak zijn sterke en vriendelijke persoonlijkheid uit. En zijn ongekunsteldheid: als je bij hem was, voelde je je als een kind bij zijn vader. Er was weinig ceremonieel: je zag hem niet als “de stichter” maar als een priester die naar je luisterde, grapjes maakte, over God sprak en dichtbij was zoals je ook kunt zien in de film.

In 1970 sprak ik hem samen met mijn echtgenoot en ik vroeg hem om raad over een persoonlijk dilemma: me volledig aan mijn gezin wijden of doorgaan met mijn studie aan de universiteit. Hij antwoordde glimlachend, als een vriendelijke terechtwijzing: “Jullie Italianen willen soms dat de pastoor overal antwoord op geeft, maar deze priester zal dat niet doen want er zijn zaken die alleen een echtpaar aangaan en niemand anders”. Hij hield van de vrijheid en wilde dat iedereen zijn verantwoordelijkheid op zich nam. Ik herinnerde me dit voorval bij het antwoord aan enkele jongeren in de film die hem politieke sturing vragen. Hij weigert dat en spoort hen aan hun hersenen te gebruiken die God hen gegeven heeft.

In de film helpt de heilige Jozefmaria conflicten en haatgevoelens die speelden tijdens de burgeroorlog, te overwinnen. Iets wat niet eenvoudig moet zijn geweest gezien de vervolging van priesters en religieuzen.

Ik denk dat de film van Joffé weergeeft wat Jozefmaria Escrivá tijdens de Spaanse Burgeroorlog voelt: een diepe smart door de aanvallen op priesters, religieuzen en gewone christenen die te lijden hadden onder de vervolging, en tegelijkertijd was er de vaste overtuiging dat zelfs in die tragische omstandigheden haat en vergelding niet de overhand moesten krijgen.

Naar aanleiding van zijn oorlogservaringen schreef de heilige Jozefmaria: “Richt nooit een kruis op alleen maar om eraan te herinneren dat mensen elkaar afgeslacht hebben. Het zou het vaandel van de duivel zijn. Het Kruis van Christus is zwijgen, vergeven en voor vriend en vijand bidden, opdat allen de vrede mogen bereiken”.

Talrijke geschreven getuigenissen uit die tijd tonen aan dat hij altijd vergeving predikte en bereid was iedereen op te vangen. De jongeren die hem in die jaren volgden bood hij geen programma van sociale of politieke hervormingen aan. Sommigen begrepen deze houding niet en keerden hem de rug toe.

Wat is de relatie tussen het Opus Dei en de makers van de film? Hebben ze samengewerkt? Heeft de Prelatuur financieel bijgedragen?

In 2007 en 2008 zijn de regisseur en de producers meerdere keren naar Rome gekomen om historische gegevens te verzamelen, met mensen te spreken die de heilige Jozefmaria gekend hebben, de plaatsen waar hij gewoond had te bezoeken, etc. Het Informatiebureau heeft hen waar mogelijk geholpen, zoals gebruikelijk wanneer iemand de moeite neemt de bronnen te raadplegen. Daarna hebben wij foto’s, audiovisueel materiaal en andere documentatie ter beschikking gesteld en we hebben geprobeerd al hun vragen te beantwoorden.

Wat de financiering betreft, hebben de producers gezegd dat ze hiervoor verscheidene televisiemaatschappijen en een fonds van risicokapitaal met iets meer dan honderd investeerders hebben samengebracht. Onder de investeerders zitten, naar eigen zeggen, enkele leden van het Opus Dei en niet gelovigen als Joffé zelf. De Prelatuur participeert niet in dit soort projecten. De leden van het Opus Dei die erbij betrokken zijn, handelen op persoonlijke titel, vanuit hun beroep.

Er zijn mensen die deze film zien als een antwoord op de Da Vinci Code. Zit daar iets van waarheid in?

Dat zou u aan Roland Joffé en de producers moeten vragen. Voor het Informatiebureau van het Opus Dei betekende de Da Vinci Code dat we een overvloed aan informatie moesten verstrekken wat we in 2006 hebben afgesloten. Terwijl we ons best deden ons goede humeur niet te verliezen, trachtten wij de verwarring die gezaaid was over de Katholieke Kerk, de persoon Jezus Christus en het Opus Dei, te verduidelijken.

Denkt u dat de film ook bij niet katholieken en niet gelovigen in de smaak zal vallen?

Er zijn boodschappen en personen die juist omdat ze katholiek zijn, universeel zijn. Ik denk nu aan Johannes Paulus II: binnenkort – bij zijn zaligverklaring – zullen we een indrukwekkende manifestatie van de positieve impact van de heiligen in het leven van vele mensen zien.

Volgens mij kan een film als deze veel mensen aanspreken omdat hij onderwerpen aansnijdt die niet alleen kenmerkend zijn voor wel of niet gelovigen, voor links of rechts: het lijden, het kwaad, de eenzaamheid, de afwijzing ... het zijn thema’s die ons allemaal raken.

Wat zou u iemand aanraden die voor het eerst kennismaakt met de heilige Jozefmaria en zich een juist beeld van hem wil vormen?

Ik zou hem in de eerste plaats aanraden hem te leren kennen door zijn preken en zijn boeken met overwegingen, zoals De Weg, De Smidse en De Voor. Door deze boeken zijn veel mensen dichter bij Jezus gekomen. Tevens zou ik die persoon aansporen deze website, waar veel verwijzingen op staan, te bezoeken.

Jesús Colina

Zenit.org