Kardinaal Ruini: Don Alvaro “voorbeeld heiligheid in dagelijkse leven”

Kardinaal Camillo Ruini, de vicaris van de paus voor het bisdom Rome, leidde de afsluitende sessie van het diocesane proces over het leven en deugden van bisschop Alvaro del Portillo (1914-1994), prelaat van het Opus Dei.

De plechtigheid vond plaats in de Lateraanse paleis in Rome op 26 juni, de liturgische gedachtenis van de heilige Jozefmaria Escrivá, die door bisschop Alvaro del Portillo werd opgevolgd als hoofd van het Opus Dei.

Bisschop Javier Echevarría, de huidige prelaat, was bij de plechtigheid aanwezig, tezamen met vele gelovigen van de prelatuur en vrienden van bisschop del Portillo. Alvaro del Portillo woonde bijna vijftig jaar in Rome, vanaf 1946 tot aan zijn overlijden in 1994.

Kardinaal Ruini meldde dat “bisschop Echevarría, ofschoon hij door de Congregatie van de Heiligverklaringen was aangewezen als de competente bisschop om het onderzoek naar zijn voorganger te leiden, uit fijngevoeligheid en een sterk gevoel voor rechtvaardigheid vroeg om een tribunaal in te stellen om zijn eigen getuigenis en die van anderen in ontvangst nemen.”

Kardinaal Ruini: “Don Alvaro was een voorbeeld van trouw in het volgen van de geest van heiligheid in het werk en dagelijkse leven.”

“Ik heb graag voldaan aan zijn verzoek,” zo vervolgde de kardinaal, “in die hoedanigheid sluit ik vandaag formeel de onderzoeksfase af en draag de documenten over aan de Congregatie voor Heiligverklaringen, omdat, zoals bekend is, de diocesane tribunalen slechts zorg dragen voor het verzamelen van feiten en de Congregatie de gerechtelijke instantie is.

De toelichting van kardinaal Ruini bevatte enkele persoonlijke herinneringen: “Ik zal nooit de sympathie vergeten die Don Alvaro aan de dag legde bij zijn bezoeken aan het vicariaat. Hij gaf voortdurend getuigenis van zijn toewijding aan Christus.”

Het proces van heiligverklaring van bisschop Alvaro del Portillo werd op 5 maart 2004 geopend. Het proces werd in deze eerste fase uitgevoerd door twee tribunalen, een van het Vicariaat Rome en de ander door de Prelatuur van het Opus Dei.

Het tweede tribunaal heeft haar werk nog niet afgerond. Enkele getuigen hebben ook, in overeenstemming met de juridische procedures, verklaringen afgelegd voor tribunalen in hun eigen bisdom.

Alvaro del Portillo werd op 11 maart 1914 in Madrid geboren. “Op 7 juli 1935, toen hij nog student Weg- en Waterbouw was,” aldus kardinaal Ruini, “vroeg hij om toelating tot het Opus Dei. Gedurende de dramatische gebeurtenissen tijdens de Spaanse Burgeroorlog, was hij degene die de stichter het meest ondersteunde. Op 25 juni 1944 werd hij priester gewijd, een van de eerste drie priesters van het Opus Dei.”

“In 1946 verhuisde hij naar Rome, waar hij verschillende functies vervulde in dienst van de Heilige Stoel. Hij was consultor bij verschillende dicasteries en secretaris van een commissie die het conciliedocument Presbytorium Ordinis voorbereidde tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. In 1975, na de dood van de heilige Jozefmaria, werd hij geroepen om hem op te volgen als hoofd van het Opus Dei.”

Don Alvaro stierf in Rome op 23 maart 1994, nadat hij juist was teruggekeerd van een reis naar het Heilige Land. Paus Johannes Paulus II, die hem tot bisschop had gewijd, kwam nog dezelfde middag waken bij de overledene in de prelaatskerk van het Opus Dei, die gewijd is aan Onze Lieve vrouw van de Vrede. Het lichaam van de overleden bisschop rust nu in de crypte van deze kerk in Rome.

Kardinaal Ruini zei dat bisschop Alvaro del Portillo “een voorbeeld van trouw was in het volgen van de geest van heiliging van het werk en het dagelijkse leven,” een spiritualiteit die hij uit eerste hand leerde van de heilige Jozefmaria. De kardinaal besloot zijn toespraak door op voorspraak van Onze Lieve Vrouwe te vragen dat het voorbeeld van Don Alvaro een stimulans moge zijn om “de liefde voor God en de naaste te verspreiden onder vele anderen.”

Op zijn beurt zei bisschop Javier Echevarría, de opvolger van Don Alvaro als prelaat van het Opus Dei, dat dit “slechts een eerste stap is, maar een stap die ons vervult van vreugde, omdat we onze geliefde Don Alvaro zien als een integere man, een authentieke christen, een goede herder, een zeer toegewijde zoon van de heilige Jozefmaria.”

Mgr. Flavio Capucci, postulator van het proces, herinnerde dat in 1978, toen het proces begon voor de heilige Jozefmaria, Mgr. Alvaro del Portillo bij zijn verzoek aan de paus op het heiligverklaringproces te openen benadrukte dat met het proces voor de haar stichter, het Opus Dei niet uit was op haar eigen glorie, maar dat van de Kerk. “Vandaag herhalen we deze woorden van ganser harte,” aldus Capucci.

De volgende stap in het proces, als het tribunaal van de prelatuur haar zittingen heeft afgesloten, is het opstellen van de positio, een biografie van de Dienaar Gods die aantoont hoe hij de christelijke deugden op heldhaftige wijze beleefde.

De positio wordt door de postulator van het proces gestuurd naar de Congregatie voor Heiligverklaringen die op haar beurt de positio bestudeert en hierover een besluit neemt.