Heilige Maria, Moeder van God en onze Moeder

Javier Echevarría, ‘Itinerarios de vida cristiana’, Uitgeverij Planeta, 2001. (Hoofdstuk 4). De prelaat schrijft dat degene die boven de engelen en de heiligen staat een normaal bestaan heeft geleid.

La Virgen de la servilleta. Murillo (1617-1682).

Het leven van Maria (...) leert ons dat het niet nodig is, zoals de heilige Jozefmaria schreef, heiligheid en grootsheid te tonen in “niet door opzienbarende daden, maar door een dagelijks stil en verborgen offer (…). Om goddelijk te zijn, om ons te vergoddelijken moeten wij allereerst zeer menselijk zijn door, voor het aangezicht van God, te erkennen dat wij gewone mensen zijn die slechts schijnbaar gering zijn, want wij kunnen deze geringheid heiligen. Zo heeft Maria geleefd, vol van genade. En zij is, als voorwerp van alle goddelijke gunsten, boven de engelen en heiligen geplaatst. Zij heeft een gewoon bestaan geleid.”

Dit is inderdaad een van de essentiële kenmerken van het aardse bestaan van Onze Lieve Vrouw. Vanuit haar leven weerklinkt de roep om een heilig leven te leiden. Dit is een van de eenvoudigste en mooiste waarheden die ontdekt worden bij het binnentreden in het huis van Jezus, Maria en Jozef in Nazaret. Wie in zijn leven God zoekt te dienen en te behagen kan zijn Schepper, Verlosser en Heiligmaker vinden temidden van het dagelijks werk en in de gewone bezigheden. Het is mogelijk – het leven van Maria toont dat helder – volledig opgenomen te zijn door de dagelijkse beslommeringen en, tegelijkertijd, dezen te vergoddelijken. Het is haalbaar “contemplatief te zijn midden in de wereld”, en een diepe omgang met God hebben aan de hand van de normale dagelijkse bezigheden.

Om dit doel te bereiken, is het zaak dat wij ons inzetten om God als referentiepunt voor ons gedrag te nemen. Als de grootsheid van dat ideaal ons op een moment zou afschrikken, kan het denken aan de trouwe beantwoording van Maria een stimulans voor ons zijn. Laten wij ook niet vergeten dat niet alleen haar getuigenis, maar ook zij zelf een schat is, die in onze handen is achtergelaten, want zij heerst samen met haar Zoon in de hemel en zij toont zich altijd bereid ons te hulp te komen met haar moederlijke bescherming en genegenheid. Zodra wij haar aanroepen, en zelfs nog daarvóór, komt Maria ons te hulp, ook al blijft voor ons haar doeltreffende en liefdevolle bescherming vaak onopgemerkt.

Es posible —la vida de María lo manifiesta a las claras— estar plenamente inmerso en las ocupaciones de cada jornada y, al mismo tiempo, divinizarlas. Es asequible ser "contemplativos en medio del mundo".

Laten wij er ook over nadenken dat de heilige Maria, net als haar Zoon, het Kruis niet uit de weg gaat. Wij moeten niet bang zijn voor het Kruis, want daar, als wij naar Maria kijken en haar volgen, zullen wij, net als zij, de vreugde ervaren van het zichzelf vergeten. We zullen ons toevertrouwen aan de verlossende liefde van Jezus. Haar moederschap, volmaakt beleefd aan de zijde van haar Zoon op de Calvarieberg, is een sterke en fijngevoelige uitnodiging gericht aan allen. Wij zullen haar gezelschap weten te houden en, door haar als Moeder aan te nemen, zullen wij deelnemen aan haar overgave voor het heil van de wereld.

Wij zullen het rijke geluk van het Kruis ontdekken in de dagelijkse inspanning om de anderen te begrijpen en edelmoedig voor hen te zijn: in kleine uitingen van dienstbaarheid die eigen zijn aan het beroeps-, sociale en gezinsleven, ook al kosten die moeite; in de boete en het offer, gezocht en bemind in de normale bezigheden; in het blije en eenvoudige getuigenis van soberheid, van liefde tot de heilige zuiverheid, van solidariteit met het lijden en de behoeften van de anderen en in het bijzonder van de meest zwakken; in het uit de weg gaan van elke gelegenheid tot zonde, in de vlucht voor de bekoring en in de snelle terugkeer naar God door het sacrament van de biecht. Johannes Paulus II zei dat Maria voor ons een bijzonder licht is en ons bijstaat om naar het huis van de Vader terug te keren, om door middel van het berouw voor de zonde de weg te bewandelen die ons leidt tot de vreugde om zich kinderen van God te weten.